Belgische overheden maken wegen rond scholen veiliger en schoner

De Belgische gewesten Brussel en Vlaanderen willen de straten rondom scholen veiliger en schoner maken. Ze maken geld vrij om onder meer schoolstraten te maken. Dat zijn wegen die in ieder geval als de scholen open gaan en weer sluiten, verboden zijn voor auto’s. De Vlaamse overheid heeft hier 20 miljoen euro voor beschikbaar, de Brusselse overheid 1 miljoen euro per jaar.

“Op dit moment durven veel ouders hun kind niet met de fiets naar school te sturen, omdat ze terugdeinzen voor de heksenketel aan het schoolhek”, zegt Ben Weyts, Vlaams minister van Mobiliteit, in een persverklaring. “Met gerichte ingrepen kunnen we dat onveiligheidsgevoel wegnemen.”

Hij zet specifiek in op kleine ingrepen. Die kunnen sneller een concreet verschil maken, is zijn redenering. Grote infrastructuurprojecten moeten volgens hem “lange procedures” doorlopen. Hij denkt aan maatregelen als het onmogelijk maken van parkeren voor school, het veiliger maken van gewestwegen en het inrichten van schoolstraten. Weyts maakt hier in totaal 20 miljoen euro voor vrij. Vlaams minister van Onderwijs, Hilde Crevits, pleitte voor de zomer ook al voor de komst van schoolstraten.

Samen optrekken

Hij wil optrekken met lokale besturen. Dat hangt samen met de naderende gemeenteraadsverkiezingen. Die zijn op zondag 14 oktober, samen met de districts- en provincieraadsverkiezingen. Weyts wil dat het thema ‘veilige schoolomgeving’ opgepikt wordt in de campagnes voor de gemeenteraadsverkiezingen. En dat nieuwe gemeentebesturen er ook daadwerkelijk mee aan de slag gaan.

De bewindspersoon werkt met het principe van ‘1 euro voor 1 euro’. Als een aantredend gemeentebestuur in het nieuwe beleidsplan een concreet bedrag voor schoolomgevingen reserveert, dan legt Weyts daar hetzelfde bedrag naast. Hij hoopt dat hij de eerste projecten de eerste helft van volgend jaar al kan financieren.

Fonds

De Brusselse overheid stelt jaarlijks 1 miljoen euro ter beschikking. Dat geld komt in een speciaal schoolstratenfonds. Het is dan ook, zoals de naam al doet vermoeden, speciaal voor het inrichten van wegen als schoolstraat. De ambitie is om een vijftigtal straten per jaar ‘om te bouwen’.

Ook de Brusselse overheid wil met de lokale politiek samenwerken. Gemeentes moeten het initiatief nemen en moeten ook zelf een projectvoorstel indienen. Het gewest beoordeelt vervolgens op basis van kwaliteit welke projecten wanneer gefinancierd worden.

Vieze stoffen

Nog meer dan in de Vlaamse plannen ligt hier de focus op verbetering van de luchtkwaliteit rond scholen. De bewindspersonen wijzen erop dat elk jaar 12.000 mensen voortijdig overlijden door luchtvervuiling en dat vooral kinderen en senioren gevoelig zijn voor vieze stoffen.

Ouders en kinderen klaagden ook regelmatig over dit thema, schrijft de Belgische krant De Morgen. Eind juni sloten 600 ouders en kinderen het schooljaar af met de bezetting van een druk plein in Brussel. Het was het eindpunt van maandenlang protest voor Brusselse scholen.

Meten

Om de daadwerkelijke blootstelling aan luchtvervuiling van leerlingen en leerkrachten in kaart te brengen, start het Brussels gewest het project ExpAir. Vanaf januari wordt in vijftig scholen de luchtkwaliteit gemeten – een proces dat twee jaar in beslag zal nemen. Op elke school zal de mate van luchtvervuiling twee keer een periode van vier dagen gemeten worden.

Tegelijk start de overheid een campagne om mensen in schoolomgevingen ervan bewust te maken dat ze de motor van hun auto niet stationair moeten laten draaien. Scholen in Brussel worden hiervoor voorzien van het nodige reclamemateriaal.

Mens voorop

Schoolstraten moeten het “nieuwe normaal” worden in Brussel, stelt Brussels staatssecretaris voor Verkeersveiligheid Bianca Debaets. De Brusselse minister van Mobiliteit Pascal Smet benadrukt wil dat de stad dat de mens voorop gaat stellen in plaats van de auto. Zijn collega, minister van Leefmilieu Céline Fremault, stelt dat de impact van de luchtkwaliteit op de gezondheid “niet meer ontkend kan worden”.

Initiatiefneemster van de protestacties, Annekatrien Verdickt, is tevreden met het fonds, maar noemt het tegen omroep VRT “een kleine stap.” “Het is een eerste stap in de goede richting, een kleine stap. Want de luchtkwaliteit zelf zal hierdoor niet verbeteren. Wat wij willen, is dat de schoolstraten in een netwerk komen, een fietsennetwerk. Maar ook meer investeringen in het openbaar vervoer. En verder moet de auto een andere rol krijgen.”

Kinderen en verkeersveiligheid is een belangrijk thema op het Child in the City-congres, 24-26 september in Wenen, Oostenrijk. Dit congres wordt georganiseerd door onze partnerpublicatie childinthecity.org.

Auteur: Jan Pieter Rottier

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.