Waterbus dankt groei aan flexibiliteit in OV-concessie

Directeur Gerbrand Schutten van Waterbus en Aqualiner



De vrijheid in het OV-contract heeft ervoor gezorgd dat OV over het water weer booming business is in de provincie Zuid-Holland. Directeur Gerbrand Schutten van Waterbus en Aqualiner: ”Wij hebben dankbaar gebruik gemaakt van de prikkels en de uitdagingen die de provincie in de tender heeft gebracht.” Zowel Waterbus als Aqualiner zagen hun reizigersaantallen het afgelopen jaar stijgen. Naar verwachting zet deze trend zich ook het komend jaar door.

Het aantal reizigers van Waterbus groeide in 2013 met 0,8 procent naar ongeveer 1.421.000 reizigers. Aqualiner maakte een groei door van 14,1 procent naar ruim 138.000 reizigers. De snelle veerdiensten varen dagelijks tussen Rotterdam, Dordrecht en de Drechtsteden. In 2012 werd Waterbus uitgeroepen tot het beste openbaar vervoer van Nederland in de landelijke OV-klantenbarometer.

Reizigersgroei

Het is voor het eerst sinds 2006 dat het aantal reizigers van Waterbus overall weer stijgt ten opzichte van het jaar ervoor. Het aantal reizigers van Aqualiner groeide voor het vijfde jaar op rij. Schutten: ”Nadat we de aanbesteding hadden gewonnen en in 2010 zijn gestart, was ons doel om van Waterbus weer een echte marktspeler te maken.”

De groei is volgens Schutte mede gerealiseerd doordat de vervoerder veel vrijheid in het OV-contract krijgt. ”De provincie Zuid-Holland bleek in staat om een concessie op de markt te brengen waarin veel ruimte is gecreëerd voor de vervoerder. De basisdienstregeling staat vast. Wat je daar buiten doet, mag naar eigen inzicht. Wij hebben ruimte voor kaarten en arrangementen. Daar was zelfs een prikkel voor”, aldus Schutten.

Schoon schip

Schutten: “Vanaf 2006, 2007 naar de aanbesteding toe was er een neerwaartse trend te zien. Wij hebben drie jaar nodig gehad om schoon schip te maken. Wij deden dat met de aanschaf van nieuwe schepen, vernieuwd interieur, verbeterde haltes en e-ticket-programma’s. Ook introduceerden we de OV-chipkaart, nieuwe kaartsoorten, arrangementen en nieuwe apps. Met name onze gewijzigde strategie om veel meer in te zetten op de bestemmingsmarketing dan onze diensten zelf, werpt zijn vruchten af. Daarbij is het verkondigen dat de reiziger centraal staat net even iets dan daar ook echt iedere dag werk van maken.”

Commercieel succes is volgens de directeur sterk afhankelijk van de betrouwbaarheid van het vervoer. “Wij hebben die betrouwbaarheid onder meer gerealiseerd door het uitvalspercentage significant omlaag te brengen. Daarnaast hebben we een eigen onderhoudsprogramma ontwikkeld en worden de schepen veel meer individueel gevolgd gerelateerd aan de route waarop ze varen.  Daarnaast hebben we het onderhoudsprogramma en het oliemonster-regime van de schepen opgeschaald. Vanaf 2010 hebben we het onderhoud in eigen beheer genomen.”

Duurzaamheid

”Verder hebben we de generatoren van de meeste schepen gehaald omdat je vanaf de hoofdmotoren prima stroom kunt winnen en opslaan. Dat scheelt in verbruik en onderhoud en verlaagt tevens het geluidsniveau aan boord. We zijn een duurzaam traject ingegaan met brandstofprogramma’s”, legt de directeur uit.

Schutten: ”Verder hebben we samen met de medewerkers gekeken hoe we de dienstregeling konden verbeteren. Onze medewerkers hebben daar veel energie in gestoken. Je kunt alleen maar de markt op als je product staat.”

Focus op reiziger

”Samen met Arriva hebben we meer de focus gelegd op de reiziger. Je moet iedere dag nieuwe reizigers willen ontvangen en bestaande reizigers aan je willen binden met diensten als WiFi, passende kaartsoorten, leuke arrangementen en spaarsystemen”, aldus de directeur. Voor de OV-concessie over water ging moederbedrijf Koninklijke Doeksen in 2010 een joint venture aan met Arriva. Daarbij konden de veerdiensten profiteren van de ervaringen die deze vervoerder had met het introduceren van het OV-chipkaartsysteem.

Schutten verwacht ook dat dit jaar het aantal reizigers zal stijgen. ”Ik zie winst in de capaciteit en door het slim verplaatsen van de haltes. We kunnen meer mensen vervoeren. Verder zie ik kansen op de route Dordrecht-Rotterdam voor een intercitydienst. Als we de intercity twee of drie tussenstops laten maken, dan duurt de reis in totaal 40 minuten. Ook zie ik kansen in Rotterdam zelf voor nieuwe oeververbindingen.”

Halte 2.0

Volgens Schutten is na de vernieuwing van de vloot en het dienstenpakket de volgende stap om naar ‘halte 2.0′ te gaan om de haltes een nieuwe uitstraling te geven. “Daarvoor is met de Rotterdamse architect Pieter Figdor de spectaculaire drijvende Waterhub ontwikkeld. Dit is een volledig duurzame en overdekte, modulaire halte met winkeltjes, terrasjes en muziek.”

Marieke van Gompel

Auteur: Marieke van Gompel

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.