Schmeink: uitstootvrij busvervoer heeft de toekomst
“Busvervoer kan heel mooi een gat in de markt vullen, dat vooral in steden nu vaak wordt opgevuld door rails. Waarom zou je nog railinfrastructuur aanleggen als je ook zero emissie-bussen kan laten rijden die veel goedkoper zijn en ook geen uitstoot hebben?” Dit zei Connexxion-directeur Bart Schmeink afgelopen vrijdag op de presentatie van de 43 elektrische bussen, die sinds zondag in Eindhoven worden ingezet.
Met die elektrische bussen wordt in de concessie Zuidoost-Brabant de eerste stap richting volledig zero emissie gezet en daarvoor staat Transdev over de gehele tien jaar durende concessie in Zuidoost-Brabant garant voor een investering van 100 miljoen euro.
“Dat is forser dan bij een normale dieselconcessie”, geeft de Connexxion-directeur toe. Volgens Schmeink hebben Transdev en Connexxion echter bewust de keuze gemaakt ‘first mover’ te zijn. “We verwachten veel van deze investeringen. Dit is de grootste elektrische concessie in Europa. We hebben ervaringen nodig om bij toekomstige biedingen zero emissie-bussen te kunnen aanbieden en daarvoor heb je kennis nodig.”
Bewijs
Schmeink verwacht dan ook Connexxion hier de voordelen van zal plukken bij toekomstige aanbestedingen. “We willen niet alleen first mover, maar ook first prover zijn. Ik ga ervan uit dat door concessieverleners bij de uitvraag van nieuwe aanbestedingen rekening gehouden wordt met de ervaringen die door Connexxion worden opgedaan hier in Eindhoven.”
Tevens zullen de huidige ervaringen ook ingezet worden voor een goed transitiepad richting zero emissie voor Hermes zelf. In de komende 4 tot 6 jaar moeten er nog 30 stadsbussen en 30 streekbussen vervangen worden door de volgende stap zero emissie. Bovendien heeft busleverancier VDL een garantie van 4 tot 5 jaar gegeven op de batterijen in de huidige bussen, dus die zouden ook vervanging toe kunnen zijn. Maar over vijf jaar is de ontwikkeling én de techniek veel verder, dus kan Hermes op dat moment de nieuwste technieken gebruiken.
Voor het streekvervoer hoeven bovendien geen elektrische bussen ingezet te worden. Waterstof is net zo goed een optie. Hermes-directeur Juul Van Hout: “Zero emissie is in Europa nog nooit op deze schaal vertoond. We moeten het onszelf gunnen om te ontdekken welke manier van werken de beste oplossing is. Wat we nu in Eindhoven doen in deze opstelling is voor ons economisch de meest gunstige oplossing. Maar als we dit ergens anders ook gaan uitrollen, moeten we weer kijken wat daar de beste oplossing is.”
Inzet bussen
Volgens Schmeink kijkt moederbedrijf Transdev ook nadrukkelijk mee met de uitvoering van deze concessie. “Niet omdat ze geen vertrouwen hebben, maar omdat ze willen leren van de ervaringen die hier worden opgedaan. De definities van OV veranderen echt met de introductie van zero emissie. De inzet van de bussen, het opleiden van de chauffeurs en de relatie met de energieprovider.”
In Eindhoven is ervoor gekozen om de 43 elektrische bussen op te laden bij het depot in Eindhoven of bij één laadpaal op de Automotive Campus in Helmond. “Op deze manier konden we de meest optimale dienstregeling creëren”, aldus Schmeink. “Maar er zijn ook andere formaties mogelijk als we de bussen op een andere plek of op een manier gaan inzetten. Je kunt de traditionele manier van plannen niet inzetten op een elektrische vloot, want je hebt rekening te houden met andere parameters.”
Busvervoer
Hoewel de Connexxion-directeur denkt dat het OV flink gaat veranderen, heeft hij nog alle vertrouwen in de kansen voor bussen. “Het busvervoer heeft de toekomst, maar het OV zal wel op drie niveaus gaan veranderen. Het wordt eerst zero emissie, daarna meer vraaggestuurd en uiteindelijk autonoom.”
Hij vindt vraaggestuurd vervoer een belangrijke ontwikkeling. “We moeten niet alleen lege bussen meer laten rijden op uren waarop hier geen behoefte aan is, maar dit echt afstemmen op de vraag. Op heel drukke lijnen kunnen we bussen elke 2 tot 3 minuten laten vertrekken, zoals we nu al doen op Schiphol. Je moet een goede aansluiting hebben van vraaggestuurd vervoer op de dikke lijnen; dan heb je een goed concept.”
Bussen zijn qua comfort tweederangs vergeleken met trams.
De succesvolle praktijk met trambedrijven in meer dan 30 Franse steden heeft aangetoond, dat de aanleg van traminfrastructuur leidt tot spectaculaire verhoging van de kwaliteit van de openbare ruimte, verbetering van de sociale cohesie en van de stedelijke omgeving, en is een aanjager van de economische structuur. Een bus blijft een inferieur vervoermiddel, dat een verstorend element is in de stad, en biedt geen kwaliteitsverbetering als vervoerssysteem ten opzichte van de particuliere auto.
Prachtige inzet in Eindhoven van Hermes en VDL met de 43 E bussen. Zet het kunnen van de Nederlandse maakindustrie op de kaart in combinatie van next level OV.
Vandaag trotse chauffeur op verzoek in haar E-bus op de foto gezet.
Het Zero Emissie OV is goed voor luchtkwaliteit en afname geluidshinder en staat voor de ontwikkeling naar Mobility as a service, integratie individueel en collectief vervoer om comfortabel, betaalbaar, op tijd op plek van bestemming te komen.
Er zijn twee redenen om voor e-bussen te kiezen: de hoge brandstofkosten en het voldoen aan emissie-eisen in steden. Voor de rest blijven e-bussen gewoon bussen: een tweederangs vervoermiddel met een middelmatig imago. Zoiets als vervoer voor scholieren en arme mensen die zich geen auto kunnen veroorloven.