Betere toegankelijkheid rolstoel ook taak concessieverlener

rolstoel, passagier, bus, Breng

Hoewel het openbaar vervoer nog niet optimaal toegankelijk is voor een rolstoelgebruiker, is een verbetering niet louter de verantwoordelijkheid van de chauffeur en de vervoerder. OV-autoriteiten moeten in het Programma van Eisen beter beschrijven hoe een buschauffeur behoort om te gaan met een rolstoelgebruiker. Bovendien worden vervoerders afgerekend op de punctualiteit en het goed assisteren van een reiziger in een rolstoel duurt vaak langer. Dit is een aanbeveling van het College voor de Rechten van de Mensen.

Het openbaar vervoer in Nederland moet ook toegankelijk zijn voor mensen met een beperking. Daarop houdt het College voor Rechten van de Mens toezicht op. Omdat het College enkele klachten had ontvangen over de toegankelijkheid en gewezen werd op enkele knelpunten, is daar onlangs een landelijk onderzoek naar uitgevoerd.

Buschauffeur

Het College concludeert op basis van dit onderzoek dat het OV nog niet optimaal toegankelijk is voor mensen in een rolstoel. Meestal kwam dit doordat de rolstoelplank niet naar behoren werkte, soms wist de chauffeur niet hoe die plank te bedienen was. Ook stopte de chauffeur niet altijd of was er soms geen ruimte voor de rolstoelgebruiker. Verder liet ook de assistentie van de chauffeur hier en daar te wensen over. Daarbij valt het op dat het stadsvervoer vaker als gebrekkig werd beoordeeld dan het streekvervoer.

Maar hoewel er zeker verbeterpunten zijn, voelden acht van de tien rolstoelgebruikers die deelnamen aan de proef zich door de buschauffeur goed behandeld. Een aantal mystery guests erkende tijdens de evaluatie van het experiment zelfs dat zij door deel te nemen aan het onderzoek meer ver­trouwen in het openbaar busvervoer hebben gekregen en vaker gebruik zullen maken van de bus. Bij zeven procent van de voltooide ritten voelde de rolstoelgebruiker zich niet met respect of nadelig behandeld.

Punctualiteit

Vervoerders worstelen bij het assisteren van rolstoelgebruikers met de hoge eisen voor punctualiteit. Het duurt langer om een rolstoelgebruiker te laten in- en uitstappen dan bij een reiziger zonder beperking, omdat er hulpfuncties nodig zijn en de rolstoel vastgezet moet worden. Dit botst met afspraken met de concessieverlener. Vervoerders worden er namelijk op afgerekend wanneer zij niet op tijd rijden. Het College adviseert concessie­verleners en concessiehouders dan ook om hierover duidelijke afspraken te maken.

Het was voor de onderzoekers overigens een verrassing om te merken dat chauffeurs in een vertraagde bus niet minder geneigd waren om de reiziger in een rolstoel te helpen. Slechts eenmalig werd een rolstoelgebruiker geweigerd door een vertraagde bus. Uiteindelijk bleek daarbij echter dat er al een andere rolstoelgebruiker in de bus zat, wat hoogstwaarschijnlijk ook eerder heeft gezorgd voor de vertraging.

Programma van Eisen

Deze zaken kunnen volgens het College verbeteren door de bepaling voor rolstoelvervoer in de Programma’s van Eisen beter vast te stellen. Nu worden er wel eisen gesteld aan de toegankelijkheid van een bus, maar die beperken zich vaak tot technische afspraken, zoals de afmetingen, het knielsysteem, de oprijplaat, de instaphoogte en het vastzetsysteem voor rolstoelen in de bus. De eisen voor de chauffeurs zijn niet beschreven.

Weliswaar staat vast dat chauffeurs assistentie moeten verlenen ‘naar gelang de behoefte en voor zover de werkzaamheden het toelaten’, maar hoe dit moet worden ingevuld, blijkt zeer verwarrend voor zowel vervoerders als passagiers. Wanneer er gewerkt wordt aan die betere eisen, kunnen concessiehouders ook duidelijkere afspraken maken met vervoerders over de betekenis van zowel punctueel als toegankelijk busvervoer. Op die wijze hoopt het College dat er optimaal toegankelijk busvervoer kan worden gerealiseerd en dat rolstoelgebruikers vaker gebruik zullen maken van de bus.

Auteur: Inge Jacobs

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.