Provincies praten over vergoeding buslijn Heerenveen-Groningen
De provincies Friesland en Groningen zijn in gesprek over de vergoeding die Groningen bijdraagt aan de bus tussen Heerenveen en Groningen. Buslijn 315 is onderdeel van de concessie die de provincie Friesland aan Arriva heeft vergeven, maar Groningen draagt daar wel jaarlijks aan bij. De busconcessie van Arriva loopt in 2022 af.
Dit schrijft het Friesch Dagblad, nadat de zaak deze week tijdens een bijeenkomst voor Statenleden in Friesland aan het licht werd gebracht. De provincie Friesland is begonnen met het voorbereiden van een nieuwe concessie en zou van zijn buurman te horen hebben gekregen dat die niet meer bereid is nog 600.000 euro te willen neertellen.
Rendabele buslijn
Groningen is namelijk van mening dat de drukke buslijn voldoende passagiers heeft om rendabel te zijn. Daardoor zou de vergoeding niet langer nodig zijn. Tijdens de bijeenkomst in Friesland werd de achterliggende oorzaak van het conflict gezocht in de verschillende werkwijzen van de twee provincies. In de provincies Groningen en Drenthe ligt de verantwoordelijk voor het openbaar vervoer bij het OV-bureau Groningen Drenthe. Deze partij besteedt het OV aan, beheert de concessie én is opbrengstverantwoordelijkheid voor het openbaar vervoer per bus in Groningen en Drenthe.
In Friesland is niet de concessieverlener, maar juist de concessiehouder opbrengstverantwoordelijk. Volgens Coen Dijkman, manager mobiliteit bij de provincie Friesland, leidt dit ertoe dat Groningen veel meer naar de kosten per individuele buslijn kijkt. Als een lijn zichzelf kan bedruipen, is de aanvullende bijdrage vanuit de provincie niet meer nodig. “Het lijkt bijna dat we concurreren als aanbestedende partijen. Dat voelt bij beide provincies niet goed. Maar we zijn er nog niet uit”, aldus Dijkman.
“De heer Dijkman schiet wel erg snel naar conclusies”, laat directeur van het OV-bureau Wilko Mol. “We zijn met alle partijen in gesprek over de toekomst van Qliner 315 omdat huidige afspraken aflopen over 2 jaar. Dus we kijken nu samen hoe we verder gaan. Wijze van bekostiging is daarbij uiteraard ook onderwerp van gesprek.”
