‘OV-markt is ideale kartrekker van geregisseerde laadhubs’

Linkker, elektrische bus, laadpaal

De transitie naar zero emissie-vervoer wordt voortvarend opgepakt, maar knelpunten liggen op de loer. Er bestaat bijvoorbeeld een risico op een wildgroei aan laadinfrastructuur en netaansluitingen. Om die knelpunten te voorkomen, is er behoefte aan regie. Jan Theo Hoefakker van PitPoint denkt dat de OV-markt bij uitstek geschikt is om die regierol op zich te pakken.  

BLOG – De elektrificatie van het OV wordt ongekend snel opgepakt. Er wordt alles op alles gezet om de uitrol van al die oplaadhubs, pantografen en snelladers een goede plek in de beschikbare openbare ruimte te geven. Het gevolg is dat gemeenten en netbeheerders alle zeilen moeten bijzetten om de uitrol in goede banen te leiden, zonder in te leveren op kwaliteit.

PitPoint signaleert in de markt de behoefte aan een regisseur die de transitie naar zero emissie vervoer voor alle stakeholders en gebruikers zo soepel mogelijk laat verlopen. De OV-markt kan hier wat ons betreft de kartrekker in zijn. Dat werd ook duidelijk tijdens de Zero Emissie Conferentie in Den Haag, waar veel stakeholders de koppen bij elkaar staken. De voortvarende aanpak van alle stakeholders zorgt er weliswaar voor dat veel elektrische bussen daadwerkelijk de weg op kunnen, maar leidt op termijn tot nieuwe knelpunten die we nu al kunnen voorkomen. Met de juiste aanpak.

Wildgroei

Iedere concessiehouder richt nu de openbare ruimte opnieuw in, maar bouwt ruim, met het oog op de toekomst. De naastgelegen concessiehouders doen dit ook. Dat leidt tot een wirwar aan laders en netaansluitingen en daardoor een suboptimale capaciteitsaanvraag bij de netbeheerders. Dat betekent vooral een duur netwerk, waardoor de transitie naar zero emissie onnodig prijzig wordt en niet meer voor alle gebruikersgroepen toegankelijk. Dat zou wat ons betreft een gemiste (maatschappelijke) kans zijn.

Tijdens het congres wordt het Zuidplein in Rotterdam als voorbeeldknelpunt genoemd. Daar komen vijf concessiehouders samen. Het gevaar bestaat dat er een wildgroei aan laadinfrastructuur en netaansluitingen ontstaat op de stations met meerdere losse aansluitingen. Alle concessies hebben ook nog eens verschillende looptijden, waardoor de straat telkens weer opengebroken moet worden voor aanpassingen. Dat levert veel overlast voor het verkeer en de omgeving op.

Optimaal benutten

Er is behoefte aan regie: één partij die het contact heeft met alle stakeholders, de belangen van de stakeholders waarborgt en de gestelde kaders optimaal benut. De regisseur moet bovenal sturen op de benuttingsgraad van de laadinfrastructuur en de optimalisatie van investering en het gebruik. Het moet een partij zijn die breder kijkt dan alleen het OV.

Want waarom kunnen andere sectoren ook niet gebruik maken van laadhubs? Denk daarbij aan stadsdistributie, vrachtauto’s, logistiek, touringcars, industrie, maritiem of taxi’s. Allerlei sectoren kunnen bij een laadhub, die op een voor meerdere partijen ideale locatie wordt gebouwd, met elkaar verbonden worden. Op die manier kunnen de kosten zo laag mogelijk worden gehouden en wordt de openbare ruimte optimaal benut.

Ervaring uit het verleden

Om dit goed te regelen, kunnen we een voorbeeld nemen aan de publieke laadmarkt die al verder ontwikkeld is dan de OV-sector. Inmiddels heeft PitPoint al meer dan 2.000 publieke oplaadpunten gerealiseerd met bijbehorende aansluitingen. We kunnen veel leren van de oplossingen die daar al succesvol zijn gebleken.
Zo hebben wij in Rotterdam in 2018 samen met TNO, een pakketbezorger, een koeriersdienst en een producent van elektrische vracht- en bestelauto’s het laadhub-concept Flex EV in de markt gezet.

Er werd gekozen voor een slimme mix van gepland en ongepland laden, waarbij de gebruikers een laadplek kunnen reserveren. Een soort slot. Bijvoorbeeld: ik wil tussen 15.00 en 17.00 uur met drie voertuigen laden; gegarandeerde beschikbaarheid van het laadplein. Het is natuurlijk een angst dat als laadpleinen worden opengesteld, ze bezet zijn wanneer je ze zelf wil gebruiken. Dat hebben we hiermee ondervangen.

Sluitende business case

Een steeds terugkerende vraag is of het aanstellen van een service provider, ook wel Charge Point Operator (CPO) genoemd, leidt tot hogere prijzen aan de paal? Ook hier kunnen we leren van laadpaal-aanbestedingen uit het verleden. De regie-aanpak heeft in de publieke markt juist tot een efficiënt netwerk geleid. Bovendien: doordat meer partijen van de laadhub gebruik maken, gaat de bezettingsgraad omhoog en kan de prijs per kilowattuur omlaag. Zo kom je uiteindelijk tot een sluitende business case.

Jan Theo Hoefakker, PitPoint

Auteur: Inge Jacobs

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.