‘OV geeft antwoord op ruimtelijk-economische ontwikkelingen’

tramlijn 4, GVB,

Het OV staat voor een enorme taak als het gaat om het faciliteren van de demografische en ruimtelijk-economische ontwikkelingen. Het openbaar vervoer moet in de metropoolregio’s fors groeien, omdat de auto voor verstopping zorgt. Daarnaast moet er vrij baan worden gemaakt voor de tram en bus binnen steden, vindt Rikus Spithorst van Maatschappij Voor Beter OV.

Lees hieronder zijn column.

COLUMN – Ik zeg het wel vaker. En ik blijf dat stug volhouden. Het Openbaar Vervoer dient zich te richten naar hetgeen nodig is om de mobiliteit van ons land te waarborgen en de burgers te voorzien in hun mobiliteitsbehoefte. Flexibiliteit hoort daar natuurlijk bij, maar ook vooruitkijken.

Veranderende geografie

In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft Pieter Tordoir, hoogleraar economische geografie en planologie, onderzoek gedaan naar de veranderende geografie van Nederland op basis van ruimtelijk-economische en demografische patronen. Hij concludeert dat burgers en bedrijven zich massaal in gemeentegrens-overstijgende verbanden bewegen. Intergemeentelijke verplaatsingen worden steeds belangrijker en schalen ruimtelijk op; we worden allemaal mobieler, concludeert Tordoir. Ook heel bijzonder is het om te zien dat de bevolking het snelste groeit in de vier grote steden.

Het bovenstaande is voor mij aanleiding om wat opmerkingen te plaatsen. De bevolkingskrimp op het platteland en in de middelgrote steden en de bevolkingsgroei in de grootstedelijke gebieden zijn in Nederland dus evenzogoed aan de orde als in de rest van de wereld. Dat betekent veel voor het OV. Niet in de laatste plaats omdat juist in die barstensvolle metropoolregio’s het aandeel van de auto fors kleiner moet. Om redenen van leefbaarheid, duurzaamheid en ruimtebeslag. Met andere woorden, niet de auto moet meeverhuizen naar de metropoolregio’s, maar het OV moet daar groeien. En fors!

Vrije baan

Binnen de steden: er moet vrij baan worden gemaakt voor de tram en de bus. Binnen die steden dienen zij samen met de fiets te voorzien in de mobiliteitsbehoefte van een ieder die niet voor de auto kiest. In die zin ben ik blij met Pex Langenberg (D66), de nieuwe verkeerswethouder in Rotterdam. Waar zijn voorgangster Jeanette Baljeu (VVD) ervoor koos om de verkeerslichten langer op groen te zetten voor de auto (met als flauwe en doorzichtige smoes dat de auto’s dan minder stilstonden en dus minder luchtvervuiling veroorzaakten), maakt Langenberg wél de juiste keuze.

De verkeerslichten gaan langer op groen voor fiets, tram en bus. Zodat die vlotter kunnen doorstromen, en het autogebruik minder aantrekkelijk wordt. Kijk, daar is over nagedacht. Wat dat betreft slaat Amsterdam lelijk de plank mis. Een potsierlijke “Rode Loper” betekent daar een ondergeschikte positie voor de tram, waarbij zelfs serieus wordt overwogen om in sommige straten enkelspoor aan te leggen, waardoor de trams straks eindeloos op hun tegenligger staan te wachten. Ook metrosystemen dienen fors te worden uitgebreid. Naar Schiphol. Naar forensensteden in de regio’s. De verlenging van de Rotterdamse metrolijn E naar Den Haag was een mooie eerste stap.

Subsidie

De grote steden dienen, hoe spijtig dat voor het platteland met al zijn OV-problemen ook moge zijn, een groter deel van de OV-subsidie te krijgen. Niet in de laatste plaats ter compensatie van de subsidieverschuiving waar de invoering van de OV-chipkaart toe leidde. Trouwens, het Rijk zou sowieso meer geld moeten uittrekken voor het OV; betere bereikbaarheid leidt tot een aantrekkelijker vestigingsklimaat, met alle economische voordelen voor ons land die daaruit voortvloeien.

Maar het gaat niet alleen maar over geld. Wat mij betreft moeten we ook kijken naar de zeggenschap. Eigenlijk is het raar dat de provincie alles te zeggen heeft over de treindienst naar, pak ‘m beet, Zwaagwesteinde, maar dat de invloed van de grote stadsregio’s op de treinenloop rond, pak ‘m beet, Amsterdam slechts een papieren tijger is. De metropoolregio wikt, de NS beschikt. Dat moet dus anders. Want iedere tien minuten een trein en liefst nog vaker, dat dient nog veel meer dan nu de norm in de grootstedelijke regio’s te zijn.

Zeggenschap

Het OV staat voor een enorme taak als het gaat om het faciliteren van de demografische en ruimtelijk-economische ontwikkelingen die Pieter Tordoir, en met hem vele anderen, signaleert. Een overheid die al te gierig de hand op de knip houdt en de zeggenschap niet goed regelt, helpt daarbij niet. Dat moet dus anders.

Rikus-Spithorst-Maatschappij-Voor-Beter-OV-

Rikus Spithorst van de Maatschappij voor Beter OV

Auteur: Marieke van Gompel

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.