GVB spint garen bij slimmer voorraadbeheer

Het GVB in Amsterdam heeft haar voorraadbeheer aangepast. Door logistieke processen te professionaliseren en mensen op te leiden heeft het vervoerbedrijf nu beter zicht op de voorraad reserve- en repareerbare onderdelen. Uiteindelijk doel is het afbouwen van de overtollige voorraad.

GVB startte in 2010 met een project om de interne logistieke processen te professionaliseren. Samen met Gordian Logistic Experts stelde GVB een drie stappenplan op om de beschikbaarheid van reserveonderdelen te verhogen, bij een gelijkblijvende investering in voorraden.

Het voornemen was om in de eerste stap de bevoorrading van de verbruiksartikelen, bij GVB slijtdelen genoemd, te verbeteren. In de tweede stap waren de wisseldelen, de repareerbare onderdelen aan de beurt. De afrondende stap is het opruimen van de overtollige voorraad. Fase één en twee zijn inmiddels afgerond.

Strategie

“We bedachten een slimme voorraadbeheer strategie. Daarna is het personeel van het bedrijfsbureau, dat verantwoordelijk is voor de bevoorrading van onderdelen, opgeleid in het werken met de nieuwe besturingsvorm.” vertelt Henrike de Jonge, manager Logistiek bij GVB.

 “De GVB medewerkers leerden in de training hoe de nieuwe instellingen werken en hoe ze het gericht kunnen gebruiken. Je wilt dat je medewerkers actief participeren in het bestel- en reparatieproces, en signalen leren herkennen. Hierdoor is snel inspelen op de voorraadbehoefte mogelijk”. Henrike vertelt dat de veranderingen soms best lastig waren. “Software alleen is niet genoeg, mensen moeten er ook vertrouwen in hebben en weten hoe ze het moeten gebruiken”.

Pas op de plaats

 “Het was voor het bedrijfsbureau soms vreemd om te zien dat het soms efficiënter is om goedkope, snellopende slijtdelen minder vaak maar in grotere hoeveelheden in te kopen. Dit druist in tegen datgene wat mensen jaren in praktijk hebben gebracht, maar het verbetert de voorraad beschikbaarheid wel”, aldus Henrike.

Het GVB is tevreden met het resultaat van de omschakeling maar wacht nog met het implementeren van de laatste fase, het opschonen van de overtollige voorraad. Henrike: “Ik wil nu eerst de nieuwe werkwijze uit stap één en twee zelf, zonder hulp van buitenaf, verder uitvoeren en benutten. Bovendien staan ons nog vele andere ontwikkelingen te wachten, waaronder een reorganisatie. We maken dus even een pas op de plaats”.