‘OV legt samenleving te zeer zijn wil op’

Rikus Spithorst Maatschappij Voor Beter OV

COLUMN- Rikus Spithorst, partner bij de Maatschappij voor beter OV, vindt dat het aan visie ontbreekt als het om de toekomst van het OV gaat. Het OV moet flexibel zijn en niet de samenleving zijn wil opleggen. Hij roept ‘jonge denkers’ op zo creatief mogelijk om te gaan met het OV en anders heeft hij zelf nog wel een paar ideetjes.

‘Zoals u weet, vind ik dat er best een hoop aan het OV kan worden verbeterd. Wat dat betreft ben ik dus een soort van “Ouwe veranderaar”. Er zijn ook Jonge Veranderaars. Mensen uit de OV-wereld die jong zijn, en vol zitten met energie, betrokkenheid en goede ideeën.

Ik spreek er regelmatig een paar. Zoals bij vervoerders, op het ministerie, bij Railforum en de afgelopen week nog op een ingenieursbureau. Op dit moment zijn ze hard aan het nadenken over de vraag, hoe het OV er de komende decennia uit moet zien. En dat is best ingewikkeld.

Moet je het dan hebben over hoeveel passeersporen er moeten zijn voor de trein? Hoe de reisinformatie in de grote steden moet zijn georganiseerd? Wat je moet doen met de bus in de dunbevolkte gebieden? Ik wil een voorzichtige waarschuwing laten horen. Want dit soort technische discussies is niet het belangrijkst.

Denkfout

Al heel lang gaat het OV gebukt onder een denkfout. Het is vooral aanbod gestuurd en onvoldoende vraaggestuurd. We zijn met z’n allen heel goed in het aanbieden van vier treinen per uur. Elke tien minuten een tram. De streekbus ieder half uur. Vervolgens verwachten we van de reiziger dat hij zich in dat aanbod wil schikken.

Natuurlijk, ik formuleer het hier wat hard en enigszins met de botte bijl, maar dit is wel in grote lijnen hoe het gaat. En voor dat aantal door ons verzonnen treinen, trams, metro’s en bussen regelen we dan de benodigde infrastructuur. Treinsporen, metrohaltes, tramknooppunten en busstations. Op een manier die voor tientallen jaren vast ligt. En zonder in de lach te schieten, noemen we dat dat met een serieus gezicht een meerjarenvisie.

Toekomstvisie

Want we weten helemaal niet hoe ons land er over een paar decennia uit zal zien. Sterker nog: eigenlijk weten we dat niet eens van volgende week. Of van over drie jaar. Want hoe zit het, over tien jaar, of over twintig? Wonen we hier dan nog steeds met zo’n 17 miljoen mensen? Of 25? Kost een liter benzine voor een personenauto dan 30 euro? Of zijn alle auto’s elektrisch? En wat kost dat dan?

Hoeveel procent van de beroepsbevolking heeft een baan? 100? 70? 30? Hoeveel van die werkenden doen dat vanuit hun eigen huis en zijn geen forens meer? En is de Randstad inmiddels verslonden door de stijgende zeespiegel en wonen we vooral in Hoogeveen en Sittard? Of zijn de uithoeken van ons land juist definitief ontvolkt? We weten het niet.

Flexibel

Maar is dat gebrek aan kennis over onze toekomst nu zo erg? Weten al die Jonge Veranderaars die ik in mijn hart heb gesloten daardoor nu niet wat ons te doen staat en zitten ze met de handen in het haar? Nee hoor. Maar ik hoop dat ze één ding in het achterhoofd houden. Het OV moet flexibel zijn, en goed geschikt worden gemaakt om zich snel aan te passen aan veranderende omstandigheden.

Het OV moet niet de samenleving zijn wil opleggen, maar meebuigen met wat de samenleving verlangt. Als een duur soort rubber, eigenlijk. Flexibel en daadkrachtig. Om dat voor mekaar te krijgen, moeten nu heel slimme dingen worden verzonnen. Geen eenvoudige opgave, maar die is volgens mij aan die Jonge Veranderaars wel toevertrouwd. En als ik ze daarmee kan helpen, vertel ik graag over de slimme ideeën van vroeger.’

Rikus Spithorst is partner bij de Maatschappij Voor Beter OV

www.voorbeterov.nl

Auteur: Bart Pals

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.