Roger van Boxtel blijft langer directeur bij NS
Roger van Boxtel mag een jaar langer aanblijven als topman bij NS. Door zijn aanstelling met een jaar te verlengen kan NS onder leiding van Van Boxtel de midterm review afronden. De minister van Financiën, Wopke Hoekstra, heeft vrijdag de aanstelling van Van Boxtel verlengd tot augustus 2020.
De minister deed dit op voordracht van de Raad van Commissarissen van NS. Zowel deze raad als het ministerie – de enige aandeelhouder van NS – denken dat het verstandig is om de aanstelling van de huidige president-directeur te verlengen. “Voor de bestuurlijke continuïteit is het belangrijk dat de kennis en ervaring van Van Boxtel tot de midterm review behouden blijft.”
Midterm review
In 2019 volgt de midterm review over de huidige concessie van NS. Hierin beoordeelt het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) de huidige prestaties van NS en wordt gekeken in hoeverre de vervoerder heeft voldaan aan de streefvoorwaarden. Deze review is bovendien belangrijk voor de staatssecretaris, omdat ze dit meeneemt in haar besluit over de toekomst van de marktordening op het spoor.
Van Boxtel werd op 1 augustus 2015 president-directeur van NS en kreeg de taak om NS in rustiger vaarwater te brengen. Dit vanwege de onrust die was ontstaan door de onregelmatigheden bij de OV-concessie in Limburg en door het Fyra-debacle. In eerste instantie zou hij de functie maar een jaar vervullen, waarna er op zoek zou worden gegaan naar een nieuwe president-directeur die zich kon richten op een meerjarig beleid. Eind 2016 maakte NS echter bekend dat de topman zou blijven tot augustus 2019 en nu is dit opnieuw een jaar verlengd.
Onder zijn directeurschap is NS al aan de slag gegaan met het uitvoeren van de strategie Spoorslags beter en het verbeteren van van de treindiensten en het verbeteren van de deur-tot-deurreis. Deze strategie richtte zich eerst op het verbeteren van de kerntaak. Daarom mocht NS enkele jaren niet meer meedingen naar regionale spoorlijnen. Van Boxtel liet echter een half jaar terug weten weer klaar te zijn om de concurrentie aan te gaan met de regionale spoorvervoerders.
