
Staatssecretaris en Kamermeerderheid keren zich tegen spoorconcurrentie
Een overgrote meerderheid van de Tweede Kamercommissie voor Infrastructuur en Waterstaat (IW) is nog altijd tegen meer concurrentie op het spoor. Dat bleek dinsdagavond tijdens het Commissiedebat Hoofdrailnetconcessie. Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Vivianne Heijnen sloot zich aan bij de commissie en stelde de Kamerleden gerust door te stellen dat ze in de voortzetting van de onderhandse gunning voor het alleenrecht nog steeds kiest voor NS.
Verder lezen?
U hebt het maximumaantal gratis artikelen bereikt voor deze maand. U kunt een abonnement nemen om verder te lezen.
Jarenlang heeft men ‘marktwerking’ en ‘bedrijfseconomisch verstandig’ werken op een hoop gegooid. Men zou het spoor moeten inrichten als de waterleidingbedrijven, zodat de beste kwaliteit geleverd wordt tegen de laagste kosten. Het OV moet ook saai worden en doen wanneer je het nodig heeft. Zonder veel managers, maar met veel inhoudelijke mensen die wel bijdragen.
Men moet weer naar een integraal OV-systeem. Hierbij is het beter als de regionale lijnen teruggaan naar NS (want de regionale vervoerders als dochters van buitenlandse staatsbedrijven maken er soms een potje van, en opereren te versnipperd). Geeft een betere aansluiting op de IC-lijnen en buitenlandse lijnen. Veel sprinterlijnen in de Randstad kunnen dan naar Randstadrail, die met hogere frequenties (en lagere kosten) kan rijden en men kan beter aansluiten op metro, tram, bus.