Onderzoek ACM

RET vervoert reizigers kostenefficiënter dan GVB en HTM

Beeld: Rotterdamse metro
Op de lijnen A en C rijdt de RET de komende tijd met kortere voertuigen Shutterstock, Peter de Kievith

De RET opereert kostenefficiënter dan zijn tegenhangers in Amsterdam en Den Haag. Zowel per reizigerskilometer als per dienstregelingskilometer presteert de Rotterdamse vervoerder net wat beter dan het GVB en de HTM.

Dat blijkt uit een analyse door de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Die concludeert dat de RET met 11,75 euro de minste kosten per dienstregelingskilometer maakt. HTM maakt met 11,83 euro per dienstregelingskilometer vergelijkbare kosten als RET, maar krijgt meer subsidie. Het GVB maakt met 14,36 euro de meeste kosten per dienstregelingskilometer, maar is in staat om meer opbrengsten te genereren en heeft de minste subsidie nodig.

De concurrentiewaakhond heeft ook berekend wat de kosten zijn per reizigerskilometer. Die analyse leidt tot grotere verschillen tussen de vervoerders. Zo komt de RET uit op 41 cent per reizigerskilometer, terwijl het GVB 53 cent nodig heeft en de HTM 76 cent. Het grote verschil met de HTM is volgens de ACM gemakkelijk te verklaren. In Den Haag rijdt namelijk geen metro, de modaliteit die door de hoogste bezetting het meest kostenefficiënt is.

Punctualiteit

De drie gemeentelijke vervoersbedrijven laten op het gebied van punctualiteit alle drie hoge percentages zien, constateert de ACM. GVB en RET realiseren in het busvervoer beide een punctualiteit van rond de 90 procent. Bij HTM komt de punctualiteit uit rond de 85 procent. Voor de tram ligt de punctualiteit voor alle vervoerders rond de 91 procent.

De HTM heeft van de drie bedrijven de laagste CO2-uitstoot, onder andere vanwege de inzet van bussen die rijden op aardgas. GVB volgt na de HTM in de CO2-uitstoot en heeft van de drie bedrijven de meeste emissievrije bussen. “In de totale reductie van CO2-uitstoot heeft de RET nog de grootste opgave”, aldus de ACM.

De klanttevredenheid toont bij de drie organisaties een vergelijkbaar beeld, met tevredenheidsscores rond de 8. De HTM scoort op alle onderwerpen het hoogst en heeft de minste klachten en calamiteiten. “In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat de klanttevredenheid zich op een hoog niveau begeeft voor de drie organisaties”, ziet de ACM.

Geen concurrentie

De prestatievergelijking door de ACM is een afspraak uit de Wet personenvervoer 2000. Het doel is om de stadsvervoerders te stimuleren om de kwaliteit van hun dienstverlening te verbeteren. GVB, HTM en RET rijden met een onderhands gegunde concessie en hoeven dus niet met andere partijen te concurreren op de kwaliteit van de dienstverlening.

Lees ook:

Onderwerpen: , , ,

Auteur: Erik Verheggen

Hoofdredacteur Mobiliteit, ProMedia Group