CNV: gebrek aan vertrouwen tussen OV-personeel en vervoerders

Leden van CNV staken

Het ontbreekt veel werknemers in het openbaar vervoer aan vertrouwen dat de werkgevers echt maatregelen nemen om de hoge werkdruk tegen te gaan. Het onderhandelingsresultaat voor een nieuwe cao, werd onlangs afgewezen. “We bevinden ons nu op een kantelpunt”, vertelt Sanne van der Meulen, sectorbestuurder bij vakbond CNV Vakmensen. “Als dit een slepende kwestie wordt met langdurige stakingen, ben ik bang dat dit niet goed is voor het vertrouwen in de branche.”

Het gebrek aan vertrouwen bij personeel is groot, merkt de sectorbestuurder. Er zijn namelijk wel afspraken gemaakt, maar de achterban van de vakbonden brengt hier tegenin dat dit in eerdere cao’s ook zo was. In de praktijk hebben de werknemers hier niets van gemerkt. “Ook nu vragen de leden: wat als de werkgever zich niet aan de afspraken houdt?”

Race naar de bodem

Tot nog toe zijn het vooral de werknemers geweest die de dupe zijn geworden van de race naar de bodem, stelt de sectorbestuurder. Dit komt met name door de aanbestedingsmarkt en de steeds lagere DRU-prijzen. “Werknemers hebben veel wantrouwen over hoe het de laatste jaren is gegaan. Als er niets gebeurt, neemt dit wantrouwen alleen maar toe en dan wordt het steeds lastiger om iets te veranderen.”

Duidelijke oplossingen op korte termijn zijn dus belangrijk om dit vertrouwen te herstellen. Daarbij moet er recht gedaan worden aan de gevoelens van de werknemers, maar moet de vakbond ook rekening houden met de wensen van de werkgevers.

Goed werkgever

Voor de vakbond is het verkrijgen van de cao op dit moment het belangrijkste doel. Tot er een resultaat is, ligt alles stil. Op de langere termijn snapt CNV echter dat de sector enkele forse uitdagingen het hoofd moet bieden. Dan gaat het om robotisering, de vergrijzing en het personeelstekort. “Vervoerders moeten zorgen dat ze een goede werkgever zijn en dat kan door medewerkers een aantrekkelijk loopbaanperspectief te bieden.”

Scholing is daarbij essentieel. Dit is een van de speerpunten van deze vakbond. De sectorbestuurder denkt dat er veel meer bewustzijn dient te komen dat de meeste buschauffeurs niet meer tot hun 70e dit beroep kunnen uitoefenen. Dat komt onder meer door robotisering en de komst van zelfrijdende voertuigen. Van der Meulen: “Werkgevers moeten daar veel meer het gesprek over gaan. Een concreet scholingsbeleid ontbreekt nu bij vrijwel alle vervoerders.”

Scholing

Als het aan CNV ligt, krijgt iedere werknemer een eigen scholingspotje. Dit geld is beschikbaar voor een opleiding die niets te maken heeft met de inhoud van het huidige beroep van de werknemer, waardoor hij zich beter kan voorbereiden op de toekomst. Het droombeeld van CNV is dat elke medewerker hiervoor jaarlijks een bedrag gelijkwaardig aan zijn vakantiegeld krijgt.

Van der Meulen: “Dit is een enorme opgave en het hoeft dus ook niet van vandaag op morgen te gebeuren. Maar we moeten op dit gebied vooruitstrevender zijn. Scholing is de enige manier om mensen wend- en weerbaar te houden in de toekomst. Het moet meer in de haarvaten van deze sector komen dat opleiding een centraal thema dient te zijn. Als we het nu voor ons uit blijven schuiven, zitten de jongere chauffeurs straks met de gebakken peren. ”

Sociaal aanbesteden

Niet alleen het gebrek aan een goede cao baart de vakbond zorgen. Zo is de vakbond nu in dialoog met de politiek over de aanbestedingsmarkt in Nederland. In de huidige manier van aanbesteden ligt er heel veel nadruk op prijs en dat pakt vaak negatief uit voor de medewerkers. Daarom wordt nu met de politiek gesproken over een mogelijk convenant of wellicht basisnormen om toch grenzen te stellen aan een aanbesteding. “We zijn nog heel erg zoekende, maar de race naar beneden moet begrensd worden.”

De behoefte om iets aan te passen in de bestaande aanbestedingsmarkt, is niet alleen op te merken in de OV-sector. Ook in andere sectoren merkt Van der Meulen op dat er organisaties komen die aanbestedingen controleren, zoals het Aanbestedingsinstituut Mobiliteit in de taxibranche. “Het politieke veld begint langzaam een beetje te keren. We moeten naar een vorm van socialer aanbesteden, waarbij aanbestedingen aan bepaalde normen moeten voldoen.”

Europese regels

Bovendien houdt CNV Vakmensen momenteel scherp in de gaten wat er in Europa gebeurt. Er wordt nu gewerkt aan Europese regels die het gemakkelijker maken voor touringcarbedrijven om te gaan rijden in bestaande OV-concessies. Hoewel EU zelf denkt dat dit positief zal uitpakken voor de sector, denkt de vakbond daar significant anders over. Er wordt nu flink gelobbyd in Brussel om deze plannen van tafel te krijgen.

CNV is een kleinere vakbond in Nederland, met op dit moment ongeveer 3000 leden in het openbaar vervoer. Dat aantal blijft de laatste jaren vrij stabiel. De OV-sector is dan ook nog goed georganiseerd en ook veel jongere buschauffeurs sluiten zich nog aan bij de vakbond. Op alle 120 stallingen in Nederland heeft CNV op dit moment kaderleden.

Dialoog

Het zit in de genen van het CNV om altijd de nuances op te zoeken. Daarom wordt veel de dialoog aangegaan met leden, werkgevers, de politiek en ook werknemers in de sector die niet bij de vakbond zijn aangesloten. Dit jaar is zelfs overwogen om iedereen te laten stemmen over het onderhandelingsresultaat voor de cao, maar omdat het zo’n gevoelig proces was ging dat plan niet door.

“We hebben een duidelijke visie en einddoelen die we belangrijk vinden, maar we gaan niet op elke slak zout leggen”, licht Van der Meulen toe. Als voorbeeld noemt ze het thema werkverdringing. Vaak wordt deze term gebruikt voor bussen waarop vrijwilligers rijden. “Als een gemeente zelf een buurtbus met een vrijwilliger inzet op een plek waar toch al geen lijnbus reed, vind ik dat geen werkverdringing. Maar als een betaalde chauffeur vervangen wordt door een vrijwilliger, heb ik daar wel moeite mee.”

In het visieprogramma van CNV voor de toekomst heeft de vakbond de ambitie is om vooral te focussen op scholing, het vertegenwoordigen van alle werkgevers en het goed onderhouden van contact met medewerkers. Er moet in ieder geval voor alle plannen draagvlak zijn bij de achterban. “Wij zijn tevreden zolang de werknemer goed en veilig zijn werk kan uitvoeren.”

Auteur: Inge Jacobs

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.