‘Noodzaak om te innoveren in de spoorsector is groot’

Trein van de Toekomst op RailTech 2019

Momenteel rijden er ongeveer elke twaalf tot veertien minuten treinen per richting op het Nederlandse spoor. Binnen de beperkingen van het huidige veiligheidssysteem wordt met die frequentie het Nederlandse spoor goed benut. Maar met zulke frequenties zullen we niet lang meer wegkomen, denken Jelte Bos en Mario Genot van Movares.

Om de groei op het spoor aan te kunnen, zijn nieuwe oplossingen nodig. Politici, vervoerders en ProRail waarschuwen er al langer voor dat Nederland op korte termijn gaat vastlopen. De oplossing die daarvoor wordt genoemd, is de aanleg van extra spoor. Het probleem is echter dat voor extra spoor veel tijd nodig is om aan te leggen en er geen geld beschikbaar is. Daarom denkt Genot dat de groei ook aangepakt kan worden door efficiënter gebruik te maken van het bestaande spoor.

Innovatie

Innovatie is daarvoor het sleutelwoord, maar dat is volgens de twee niet het sterkste punt van de spoorsector. Denk bijvoorbeeld aan ERTMS, een systeem waar nu al circa twintig jaar over gesproken wordt zonder dat het systeem al grootschalig geïmplementeerd is. Toch moet er op korte termijn wel wat gebeuren, anders wordt de sector namelijk ingehaald door de andere modaliteiten.

De twee stelden tijdens hun workshop op RailTech voor dat de spoorsector de aansluiting zoekt bij de automotive-sector – een branche waar de ontwikkelingen juist zeer snel gaan. Denk aan elektrisch of autonoom rijden. “Tien jaar geleden had nog niemand van een Tesla gehoord”, aldus Bos. “Maar de uitrol van elektrische auto’s komt nu toch heel hard op gang.”

Platooning

Genot is van mening dat het openbaar vervoer over weg de ontwikkelingen in de automotivebranche gemakkelijker voor zichzelf kan aanwenden dan het spoor. Een voorbeeld is platooning. Hij gelooft zelfs dat de dubbelgelede bussen in Utrecht op termijn vervangen worden door drie 12 meter-bussen die in een konvooi achter elkaar rijden.

“Het is dus de moeite waard om als spoorsector eens te gaan buurten bij de automotive sector”, aldus Genot. “Er zijn mogelijkheden, daarvan zijn we overtuigd.” De twee durven allebei een voorbeeld te noemen. Volgens Bos is het mogelijk om op het spoor in een platoon te rijden, waarbij voertuigen met een hoge frequentie vertrekken en zich daarna splitsen en in verschillende richtingen verder rijden.

Genot ziet voordelen in de komst van automatisch rijdende treinen. “Het kost bijvoorbeeld veel personeel om ’s avonds de treinen naar de juiste plek op het opstelterrein te rijden. Dat kan ook automatisch. De spoor- en automotivesector moeten verkennen wat ze voor elkaar kunnen betekenen. Er moeten voordelen zijn in tijd en geld en dat is noodzakelijk om het spoor geschikt te krijgen voor de opgave voor het OV Toekomstbeeld 2040.”

Auteur: Inge Jacobs

2 reacties op “‘Noodzaak om te innoveren in de spoorsector is groot’”

Arco Sierts|08.04.19|16:25

@ PatRick: volledig mee eens dat de mindset binnen de sector moet veranderen. Maar dat roepen we al decennialang! Grote vraag: hoe krijg je dat voorelkaar?

Pat Rick|05.04.19|12:27

In eerste instantie moet de mindset binnen de sector veranderen. Ambities moeten uitstijgen boven de plannen zoals Spoorslag’70 of opvolgers daarvan en budgetsturende mechanismes zoals NMCA. Innovatie geeft een kans om out-of-the-box te denken. Zo zou Randstad-Rail omgebouwd worden tot een soort RER (of gewestelijk expressnet) en de Amsterdamse metro tot metropool-metro door doortrekking naar Schiphol/Hoofddorp/Zaandam/Almere. Ook de Container Exchange Route op de Maasvlakte kan voorbeeld zijn