Elektrische bus van EBS in concessie Waterland (Edam)

Samenwerking en kennisdelen cruciaal voor zero emissie mobiliteit

Foto Inge

Kennis en data delen, schotten weghalen, overleg en samenwerking. Dat zijn belangrijke handvatten om de overstap te maken naar een zero emissie mobiliteitsbeleid. Over de eigen grenzen heen kijken is noodzakelijk – ook voor gemeenten en opdrachtgevers. “Ga tijdig het gesprek aan met de netbeheerder, als je al weet dat je over een paar jaar bijvoorbeeld vijftien bussen gaat laden op een stationsplein”, vertelde Bert Ross van Liander. 

Hij sprak over de kansen en uitdagingen voor elektrisch vervoer tijdens een conferentie over zero emissie mobiliteit van de Vervoerregio Amsterdam. Tijdens deze dag werden de brede mobiliteitssector en de energiesector bij elkaar gebracht. “We moeten het grotere beeld zien, anders krijgen we alleen kleine initiatieven”, stelde Gerard Slegers van de Vervoerregio.

Laadlocaties

Een brede samenwerking is niet voldoende en de transitie naar elektriciteit kan ook niet volledig worden overgelaten aan de vervoerder. Opdrachtgevers en gemeentes moeten ook op tijd acteren. Een vervoerder wordt meestal ruim een jaar van tevoren gekozen en dit is te laat als blijkt dat op een laadpunt bijvoorbeeld te weinig capaciteit is. Twee tot drie jaar voor de start van een concessie kun je nog spreken over oplossing, maakte Jan van Rookhuijzen van Elaad duidelijk.

Hij sprak samen met Bert Ross over de energie-infrastructuur voor elektrische bussen. Samenwerking en vooraf overleggen zijn erg van belang, was zijn advies. Want op dit moment worden met name stadslijnen of lijnen die geen concessiegrenzen overschrijden geëlektrificeerd, maar om aan het Bestuursakkoord voor 2030 te voldoen zullen op termijn ook bussen uit verschillende concessies op laadpunten bij elkaar komen.

“De grootste uitdaging is momenteel om in te schatten hoe veel vermogen er nodig is. Maar op basis van de gewenste actieradius, kan de netbeheerder dat redelijk goed inschatten”, aldus Van Rookhuijzen. “Wacht dus vooral niet tot de bus er is en betrek ook concessies die niet van jezelf zijn”, was zijn aanbeveling.

Uitdaging

Over de grenzen kijken is niet alleen belangrijk bij OV-concessies, maar geldt voor de hele mobiliteitssector. De Vervoerregio wil namelijk niet alleen het openbaar vervoer verduurzamen, maar bijvoorbeeld ook de stadslogistiek. “Het verduurzamen van de binnenstedelijke mobiliteit is een zeer forse uitdaging”, vertelde Slegers. “We moeten de ramen opzetten en kennis delen én ophalen.”

Dit probeerde de Vervoerregio al te doen tijdens verschillende sessies tijdens het evenement, waarin meerdere thema’s van de energietransitie onder de aandacht werden gebracht. Zo gingen Rogier Penning en Shirley te Roller met de deelnemers in gesprek over manieren om slim te gebruiken van de aanwezige energiecapaciteit. Daarbij werd station Bijlmer als prototype gebruikt, omdat hier veel concessies bij elkaar komen. “Er is steeds meer sprake van kruisbestuiving”, vertelde Te Roller. “Het over de grenzen kijken, komt steeds meer.”

Gedragsverandering

Het is overigens niet voldoende om alleen beleidsmakers en de markt te overtuigen om op een CO2-neutraal mobiliteitssysteem over te stappen. De gebruiker en de samenleving zijn net zo belangrijk. Er ligt wel een taak voor juist die beleidsmakers om alternatieven aan te dragen. “Ik zou graag meer verleidelijke pleidooien voor het openbaar vervoer zien. Mensen zouden verleid moet worden om de auto te laten staan”, aldus Mommers, auteur van het boek ‘Hoe gaan we dit uitleggen’.

Ook Dirkje van der Ven gaf enkele tips om mensen aan de energietransitie te verbinden. Het is daarvoor belangrijk om de doelgroep en de drijfveren van die groep te kennen. Bovendien hebben mensen hun gewoontes en ze zijn normaliter niet snel geneigd die te veranderen. Daarom is het van belang om geduldig te zijn en het juiste moment te kiezen.

Als laatste is de precieze boodschap erg belangrijk. Er is namelijk geen universele boodschap die voor iedereen werkt, benadrukt Van der Ven. Er zou dan ook moeten worden afgestapt van het ‘red de panda’-verhaal. Daarbij zijn positieve ervaringen cruciaal. Ze was dan ook te spreken over de Rnet-bussen, die snel en comfortabel zijn. “Je kunt veel meer als je inspeelt op wat je van mensen weet, in plaats van wat we over ze aannemen.”

Auteur: Inge Jacobs

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

Samenwerking en kennisdelen cruciaal voor zero emissie mobiliteit | OVPro.nl
Elektrische bus van EBS in concessie Waterland (Edam)

Samenwerking en kennisdelen cruciaal voor zero emissie mobiliteit

Foto Inge

Kennis en data delen, schotten weghalen, overleg en samenwerking. Dat zijn belangrijke handvatten om de overstap te maken naar een zero emissie mobiliteitsbeleid. Over de eigen grenzen heen kijken is noodzakelijk – ook voor gemeenten en opdrachtgevers. “Ga tijdig het gesprek aan met de netbeheerder, als je al weet dat je over een paar jaar bijvoorbeeld vijftien bussen gaat laden op een stationsplein”, vertelde Bert Ross van Liander. 

Hij sprak over de kansen en uitdagingen voor elektrisch vervoer tijdens een conferentie over zero emissie mobiliteit van de Vervoerregio Amsterdam. Tijdens deze dag werden de brede mobiliteitssector en de energiesector bij elkaar gebracht. “We moeten het grotere beeld zien, anders krijgen we alleen kleine initiatieven”, stelde Gerard Slegers van de Vervoerregio.

Laadlocaties

Een brede samenwerking is niet voldoende en de transitie naar elektriciteit kan ook niet volledig worden overgelaten aan de vervoerder. Opdrachtgevers en gemeentes moeten ook op tijd acteren. Een vervoerder wordt meestal ruim een jaar van tevoren gekozen en dit is te laat als blijkt dat op een laadpunt bijvoorbeeld te weinig capaciteit is. Twee tot drie jaar voor de start van een concessie kun je nog spreken over oplossing, maakte Jan van Rookhuijzen van Elaad duidelijk.

Hij sprak samen met Bert Ross over de energie-infrastructuur voor elektrische bussen. Samenwerking en vooraf overleggen zijn erg van belang, was zijn advies. Want op dit moment worden met name stadslijnen of lijnen die geen concessiegrenzen overschrijden geëlektrificeerd, maar om aan het Bestuursakkoord voor 2030 te voldoen zullen op termijn ook bussen uit verschillende concessies op laadpunten bij elkaar komen.

“De grootste uitdaging is momenteel om in te schatten hoe veel vermogen er nodig is. Maar op basis van de gewenste actieradius, kan de netbeheerder dat redelijk goed inschatten”, aldus Van Rookhuijzen. “Wacht dus vooral niet tot de bus er is en betrek ook concessies die niet van jezelf zijn”, was zijn aanbeveling.

Uitdaging

Over de grenzen kijken is niet alleen belangrijk bij OV-concessies, maar geldt voor de hele mobiliteitssector. De Vervoerregio wil namelijk niet alleen het openbaar vervoer verduurzamen, maar bijvoorbeeld ook de stadslogistiek. “Het verduurzamen van de binnenstedelijke mobiliteit is een zeer forse uitdaging”, vertelde Slegers. “We moeten de ramen opzetten en kennis delen én ophalen.”

Dit probeerde de Vervoerregio al te doen tijdens verschillende sessies tijdens het evenement, waarin meerdere thema’s van de energietransitie onder de aandacht werden gebracht. Zo gingen Rogier Penning en Shirley te Roller met de deelnemers in gesprek over manieren om slim te gebruiken van de aanwezige energiecapaciteit. Daarbij werd station Bijlmer als prototype gebruikt, omdat hier veel concessies bij elkaar komen. “Er is steeds meer sprake van kruisbestuiving”, vertelde Te Roller. “Het over de grenzen kijken, komt steeds meer.”

Gedragsverandering

Het is overigens niet voldoende om alleen beleidsmakers en de markt te overtuigen om op een CO2-neutraal mobiliteitssysteem over te stappen. De gebruiker en de samenleving zijn net zo belangrijk. Er ligt wel een taak voor juist die beleidsmakers om alternatieven aan te dragen. “Ik zou graag meer verleidelijke pleidooien voor het openbaar vervoer zien. Mensen zouden verleid moet worden om de auto te laten staan”, aldus Mommers, auteur van het boek ‘Hoe gaan we dit uitleggen’.

Ook Dirkje van der Ven gaf enkele tips om mensen aan de energietransitie te verbinden. Het is daarvoor belangrijk om de doelgroep en de drijfveren van die groep te kennen. Bovendien hebben mensen hun gewoontes en ze zijn normaliter niet snel geneigd die te veranderen. Daarom is het van belang om geduldig te zijn en het juiste moment te kiezen.

Als laatste is de precieze boodschap erg belangrijk. Er is namelijk geen universele boodschap die voor iedereen werkt, benadrukt Van der Ven. Er zou dan ook moeten worden afgestapt van het ‘red de panda’-verhaal. Daarbij zijn positieve ervaringen cruciaal. Ze was dan ook te spreken over de Rnet-bussen, die snel en comfortabel zijn. “Je kunt veel meer als je inspeelt op wat je van mensen weet, in plaats van wat we over ze aannemen.”

Auteur: Inge Jacobs

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.