GVB had in 2017 opnieuw minder subsidie nodig

De kostendekkingsgraad van stadsvervoerder GVB is in 2017 verder gestegen naar 88 procent. Dit betekent dat er minder overheidssubsidie nodig is, omdat de exploitatie van het vervoer in Amsterdam grotendeels met reizigersopbrengsten kan worden betaald. In 2016 was de kostendekkingsgraad 86,5 procent. Dat blijkt uit het jaarverslag van de Amsterdamse stadsvervoerder. 

GVB moet de kostendekkingsgraad ook verhogen, want met de Vervoerregio Amsterdam is afgesproken dat de jaarlijkse subsidie fors moet dalen. De bedoeling is nu dat GVB in 2024 nog slechts 11 miljoen nodig heeft in vergelijking met 102 miljoen in 2012. Die hogere dekkingsgraad heeft de vervoerder weten te bereiken door extra reizigersopbrengsten en kostenreducties.

Financieel resultaat

GVB heeft het afgelopen jaar afgesloten met een positief resultaat van 6,7 miljoen euro. Dat is hoger dan verwacht, omdat de vervoerder met enkele tegenvallers werd geconfronteerd. Door maatregelen en bezuinigingen kon het tij echter worden gekeerd en uiteindelijk een positief resultaat schrijven. Vorig jaar leed GVB nog een verlies van 11,5 miljoen euro.

In 2017 verzorgde GVB op gemiddeld 900.000 reizigersritten. Er waren aan het einde van het jaar zelfs dagen dat er bijna een miljoen reizigersritten op de teller stonden. “Het reizigersaantal groeit harder dan we eerder dachten”, aldus GVB-directeur Alexandra van Huffelen. Vanwege die groei zijn extra middelen nodig voor de bereikbaarheid van de groeiende stad.

Materieel optimaal benutten

GVB is blij met de reizigersgroei, maar deze drukte plaatst de vervoerder ook voor een uitdaging. Van Huffelen: “Al het materieel moeten we optimaal benutten en het is meer dan ooit een uitdaging om onze dienstverlening te verbeteren. Om iedereen te kunnen blijven vervoeren, moeten we slim laveren tussen de vele wegopbrekingen in de stad. Daardoor is het soms niet eenvoudig de punctualiteit te halen die reizigers van ons mogen verwachten.”

De punctualiteitscijfers bevestigen dat dit onder druk staat. Hoewel aan de minimale afspraken wel is voldaan, is de vertrekpunctualiteit van de tram zeer licht gedaald in vergelijking met een jaar eerder. Bij de metro is dit afgenomen van 92,4 procent in 2016 naar 91,5 in 2017. De uitval is bij bus, tram en metro toegenomen. Dit komt met name door defecten, schade of onderhoud en ongeplande verstoringen.

Onder andere vanwege de vele wegopbrekingen en de drukte in de stad, zegt Van Huffelen uit te kijken naar de komst van de Noord/Zuidlijn. Deze moet over een kleine twee maanden gaan rijden. “Als de Noord/Zuidlijn gaat rijden, verbeteren ook de andere verbindingen, omdat we daar meer trams en bussen beschikbaar krijgen. Dat is hard nodig.” De vervoerder schaft bovendien nieuwe trams en metro’s aan. De tram gaan rijden vanaf 2019, de metro’s vanaf 2022.

Personeel

Net als andere vervoerders worstelt GVB met een relatief hoog verzuimcijfer. In 2017 ging hier hier om 6,60 procent in vergelijking met 6,40 procent in een jaar eerder. Al sinds 2014 is sprake van een toename. Om dit aan te pakken wil de vervoerder het huidige model voor het arbeidsvoorwaardenpakket verruimen met een ouderenregeling. Zo worden medewerkers geholpen om gezond het pensioen te behalen en kan verzuim op latere leeftijd voorkomen worden.

Op het gebied van sociale veiligheid zegt de vervoerder het iets beter te doen dan gemiddeld. Landelijk vindt 21 procent van de werknemers dat de werkgever veel doet voor sociale veiligheid en dat is bij GVB 38 procent. Het aantal meldingen over sociale veiligheid is dan ook afgenomen van 2139 in 2016 naar 2085 stuks.

Wel heeft de vervoerder een zorgelijke trend opgemerkt in het aantal arbeidsongevallen. “Meer dan de helft van alle ongevallen waardoor een GVB-medewerker minimaal één dag niet heeft kunnen werken, wordt veroorzaakt door verzwikken, verstappen of struikelen”, aldus de vervoerder. Het komende jaar wil de Amsterdamse vervoerder hier extra aandacht aan gaan besteden om dit de komende jaren te voorkomen.