Minister: gevolgen bezuinigingen voor spoor nog onzeker

Melanie Schultz van Haegen, minister, Infrastructuur en Milieu

Het is nog onduidelijk welke gevolgen de aankomende bezuinigingen hebben voor de uitvoering van het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS). Wel is het zeker dat een aantal bestaande afspraken over infrastructurele projecten niet waargemaakt kan worden. Dat stelde minister Schultz van Haegen donderdag tijdens de begrotingsbehandeling van haar departement in de Tweede Kamer.

Door de aankomende bezuinigingen moeten veel projecten worden uitgesteld of helemaal worden gestopt. De minister stelde pas in februari of maart 2013 bekend te kunnen maken om welke projecten het gaat. De minister gaf tijdens het debat wel aan dat het Programma Hoogfrequent Spoor belangrijk voor haar is. Het grootschalige project moet ervoor zorgen dat reizigers vanaf 2020 spoorboekloos kunnen reizen tussen de belangrijkste stations in Nederland.

Bezuinigingen

Het ministerie moet de komende jaren fors gaan bezuinigen op spoor, water en wegen. In het Lente-akkoord is een bezuiniging van 300 miljoen euro opgenomen. Onlangs werd bekend dat daar nog een bezuiniging van 250 miljoen euro bovenop komt. Schultz van Haegen: “Ik zal tegen regio’s moeten zeggen dat veel beloftes niet waargemaakt kunnen worden.” CDA-Kamerlid Sander de Rouwe noemde het begrotingsdebat de ‘vooravond van de loze beloftes’.

D66-Kamerlid Stientje van Veldhoven vroeg de minister of de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte nu helemaal wordt herzien. In deze plannen voor ruimtelijk en mobiliteitsbeleid voor het jaar 2040 speelt PHS een grote rol. Schultz van Haegen: “De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte staat. Al die elementen gelden nog steeds. We gaan eerst kijken hoe de bezuinigingen vormgegeven gaan worden. Pas daarna kunnen we zien of dit gevolgen heeft voor PHS.”

Puzzel

De minister gaat met staatssecretaris Wilma Mansveld bepalen hoe de bezuinigingen over het spoor, waterwegen en de weg worden ingevuld. Er wordt gekeken wat de projecten bijdragen aan de robuustheid, wat de maatschappelijke kosten en baten zijn en wat het Nederland oplevert. Ook wordt er gekeken wat de regionale bijdrages zijn aan de projecten. “Het wordt een enorme puzzel”, aldus de minister.

Nadat bepaald is op welke projecten wordt bezuinigd, wil de minister met de regio’s in gesprek gaan. Schultz van Haegen: “Misschien hebben de regio’s op een aantal knelpunten nog een creatieve oplossing.” Carla Dik-Faber van de ChristenUnie stelde dat ze eerst met de minister in debat wil gaan voordat ze naar de regio’s gaat.

Mobiliteit

De minister stelde dat er meer gefocust moet worden op slimme en duurzame mobiliteit. Als voorbeeld noemde ze daarbij het project Beter Benutten dat onlangs is gestart. Dat project staat voor minder files, groei op het spoor en meer gebruik van vaarwegen zodat de economie kan groeien.

Het Programma Hoogfrequent Spoor moet ervoor zorgen dat vanaf 2020 op de drukste spoortrajecten in Nederland zes intercity’s en zes sprinters per uur gaan rijden. Om dat mogelijk te maken moet de infrastructuur vereenvoudigd worden en de capaciteit uitgebreid. Dit project zou een gemiddelde groei van vijf procent van het aantal reizigerskilometers per jaar moeten opleveren. Voor het spoorproject was al 4,4 miljard euro uitgetrokken.

Marieke van Gompel

Lees ook: Schrappen PHS aderlating voor spoorbranche

Auteur: Bart Pals

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.