Kabinet bezuinigt twee miljard euro op spoor

Het kabinet gaat twee miljard euro bezuinigen op het spoor als onderdeel van het bezuinigingspakket op het Infrastructuurfonds. Een gevolg daarvan is onder meer dat de realisatie van het Programma Hoogfrequent Spoor wordt uitgesteld tot 2028. Dat staat in het voorstel dat staatssecretaris Wilma Mansveld aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. 



Het budget van 4,4 miljard euro voor Programma Hoogfrequent Spoor (PHS) wordt nu uitgesmeerd over de periode tot en met 2028. Eerder stond de realisatie voor 2020 gepland. Het programma moet het Nederlandse spoor voorbereiden voor een toename van het reizigers- en spoorgoederenvervoer.

Om PHS mogelijk te maken, was het oorspronkelijk de bedoeling om met twee extra goederenpaden ruimte te maken voor meer personentreinen. Nu is besloten dat er maar een goederenpad in plaats van twee extra goederenpaden voor de goederenroutering in Oost-Nederland komt.

Goederentreinen

Een programma voor zwaardere goederentreinen wordt helemaal geschrapt. De verbeteringen aan het spoor tussen Schiphol en Lelystad moeten in een minder dure variant worden uitgevoerd.

De projecten uit het regeerakkoord gaan allemaal door. Zo wordt twee miljard euro geïnvesteerd in de uitrol van het Europees spoorbeveiligingssysteem ERTMS. Met de ingebruikname van dit systeem wordt de capaciteit van het bestaande spoor vergroot de veiligheid en reistijd verbeterd. Het beveiligingssysteem moet in 2020 geïnstalleerd zijn.

Veiligheid

Verder wordt er 200 miljoen euro geïnvesteerd naar het verbeteren van de veiligheid en bereikbaarheid rond spoorwegovergangen. Volgens de staatssecretaris is er met name gekozen om projecten naar achteren te schuiven. Het overgrote deel van de projecten gaat door, maar wordt alleen later uitgevoerd.

Om de veiligheid te garanderen wordt er niet bezuinigd op het beheer en onderhoud van het spoor. Daarin wordt 19,6 miljard euro geïnvesteerd. Van het geld voor nieuwe projecten gaat 14,7 miljard naar het spoor. Het infrastructuurfonds geldt voor de periode van 2014 tot en met 2028.

Marieke van Gompel