Diverse spoorverbindingen niet uitgerust op economische groei

Tientallen spoorverbindingen zullen vastlopen bij economische groei. Als de economie met slechts 1 procent groeit tot 2030, wordt de grens van de treincapaciteit op bepaalde trajecten al bereikt. Het gaat hier met name om verbindingen van en naar de Randstad maar ook de verbindingen Arnhem-Zutphen, Woerden-Breukelen en Helmond-Eindhoven. Dit blijkt uit de Nationale Markt en Capaciteit Analyse (NMCA) van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, die elke vier jaar wordt uitgevoerd.

Het vastlopen van Nederland is daarom een reële mogelijkheid, zo meent KNV. KNV is onderdeel van de Mobiliteitsalliantie, een samenwerking tussen een tiental partijen uit de OV- en wegbranche die tijdens de kabinetsformatie lobbyen om extra te investeren in de mobiliteit van Nederland. “Een kleine toename in economische activiteit is al genoeg om Nederland vast te doen lopen, met forse economische schade tot gevolg”, aldus KNV. “Zonder ingrijpende maatregelen op het terrein van mobiliteit zal de economische vooruitgang van Nederland stagneren.”

Capaciteitsgrens

ProRail heeft voor deze analyse in kaart gebracht hoe druk het wordt op het Nederlandse spoor wanneer de treinaantallen realiteit worden die in de NMCA als uitgangspunt worden genomen. Daaruit is gebleken dat de capaciteitsgrens van treinen op een aantal trajecten bereikt wordt bij die economische groei. “Op die trajecten lijkt het spoorsysteem kwetsbaar en is de treindienst gevoelig voor verstoringen door intensieve benutting van de infrastructuur”, is te lezen in het rapport.

ProRail heeft in een analyse alvast acht knelpunten vastgesteld. Dit zijn de verbindingen Haarlem – Amsterdam Sloterdijk, Amsterdam Centraal – Amsterdam Muiderpoort (alleen in Hoog), HSL-Zuid, tussen Hoofddorp en Rotterdam, Utrecht – Amsterdam Amstel, Woerden – Breukelen, Arnhem – Zutphen, Tilburg – Den Bosch en Oss – Den Bosch en Helmond – Eindhoven. Maar als de economie flink groeit, komen hier nog flink wat vervoersknelpunten bij. “De NMCA toont onomwonden aan dat het Nederlandse mobiliteitssysteem zelfs niet in staat is om de laagste denkbare groei te faciliteren”, aldus KNV.

Economische groei

De NMCA wordt eens in de vier jaar uitgevoerd. Door deze analyse kan het nieuwe kabinet aan de slag met de meest recente lange termijn mobiliteitsgegevens. Dit keer was deze analyse gebaseerd op twee scenario’s; één met een lage (1 procent) en één met hoge economische groei (2 procent). KNV plaatst hierbij de kanttekening dat de gemiddelde groei van het BNP zelfs in de crisisjaren 1,1 procent bedroeg. Momenteel is de economische groei meer dan 2 procent en het Centraal Planbureau voorziet tot aan 2021 in ieder geval een gemiddelde groei van 1,7 procent.

De problemen zijn overigens het grootste en meest prangend in de Randstad, zowel op de weg als in het OV. Maar ook richting Eindhoven dreigt het vast te lopen en andere mogelijke knelpunten zijn gevonden richting Amersfoort, Zwolle, Breda, Tilburg, Den Bosch, en Arnhem – Nijmegen. KNV: “Bij 2 procent jaarlijkse groei van het BNP en ongewijzigd beleid stijgt de economische schade als gevolg van congestie van 2,5 miljard euro naar 6 miljard euro per jaar in 2040.

Reizigerskilometers

De verwachting is dat het aantal reizigerskilometers fors stijgt in 2030 en 2040 tegenover 2014. Dit betekent een jaarlijkse groei van 1,4 – 1,8 procent tot 2030 en vanaf 2030 een jaarlijkse groei tussen 0,2 en 0,8 procent. Daarbij gaat het met name om een langere reislengte; niet om meer treinreizen. Overigens groeit het treingebruik in het scenario met lage economische groei na 2030 nauwelijks meer.

De meeste kilometers met de trein worden afgelegd in Noord-Holland, Utrecht en Flevoland. In heel Nederland is de groei het hoogste bij het intercitygebruik. Dat groeit landelijk met circa 50 procent. De groei is het laagste bij de stoptreinen in regionale concessies, namelijk tussen de 17 en 23 procent, maar ook hier werden op plekken wel problemen opgemerkt.

Brabantse bewindslieden hebben al een oproep gedaan aan het ministerie om niet alleen te kijken naar de Randstad, maar ook naar andere regio’s. “Niet alle knelpunten in Brabant zullen bovenaan het prioriteitenlijstje van de nieuwe bewindslieden staan”, aldus gedeputeerde Christophe van der Maat. “Maar de focus mag niet enkel op de Randstad liggen. Daarmee doe je Brabant echt te kort. Voor de belangrijkste Brabantse knelpunten willen we met de nieuwe minister en de staatssecretaris afspraken maken om benodigde onderzoeken snel te starten en financiële middelen te reserveren.”

Auteur: Inge Jacobs

1 reactie op “Diverse spoorverbindingen niet uitgerust op economische groei”

Ibo de Joode|02.05.17|16:45

Ik ben een beetje verbaasd, eerst het stuk maar eens lezen. Woerden – Breukelen? Met 2x uur een Sprinter. Daar kan volgens mij nog wel tig keer wat bij. Of het moet vollopen met goederentreinen, maar dan heeft Woerden – Gouda Goverwelle een nog groter probleem met nu al 8x IC, 4x Spr en 2 goederenpaden.