KiM: prijs kaartje remde groei treingebruik met 5 procent

Kaartautomaat, NS

Het aantal reizigerskilometers per trein is in de periode tussen 2005 en 2016 met 24 procent toegenomen. Een behoorlijke groei die niet alleen te verklaren is door bevolkingsgroei, het gebruik van de OV-studentenkaart en een hoger inkomen, maar ook door verbeteringen in de kwaliteit. De toename is echter geremd door de treintarieven die harder stegen dan de gemiddelde prijsontwikkeling.

Dit blijkt uit verklarend onderzoek van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) naar het toename van het aantal reizigerskilometers per trein. In eerder onderzoek kon het KiM weliswaar vaststellen dat het aantal kilometers was toegenomen, maar was van een aanzienlijk percentage onbekend waarom het aantal kilometers was gegroeid.

10 procent

Het aantal reizigerskilometers nam in deze elf jaar toe van 15,2 miljard in 2005 tot 18,9 miljard in 2016. Er is sprake van een gemiddelde jaarlijkse groei van 2 procent. Daarvan is 10 procent te verklaren door een toename van de bevolking, meer banen en inkomen en een hoger gebruik van de OV-studentenkaart. Net zo belangrijk blijkt echter de verbeteringen van het aanbod.

Goede treinfrequenties, een uitbreiding van het netwerk en verbeterde aansluitingen zorgen voor een even grote groei, want ook hierdoor is het treingebruik met tien procent toegenomen. Daarbij valt op dat met name de afname van wachttijd veel effecten heeft gehad. Daaraan wordt de helft van de groei toegeschreven. Verbeteringen in de overstapmogelijkheden zorgen voor eenderde van de toename, terwijl een verbetering van reistijd in het voertuig zelf voor slechts een klein deel van de groei zorgde.

Hoewel het KiM hieruit heeft gemerkt dat een verbetering van het openbaar vervoer erg belangrijk is, ontbreken in dit onderzoek nog de effecten van de betrouwbaarheid van de dienstregeling. Het KiM stelt dat de onbetrouwbaarheid van de reistijd als gevolg van vertragingen en de uitval van voertuigen een beïnvloedende factor kan zijn op het gebruik van de trein, maar hoe groot die invloed is blijft nu nog onbekend.

Prijs

Daarentegen had de groei nog hoger kunnen zijn als de prijzen voor het treingebruik niet zo hoog waren. Volgens het KiM zijn de tarieven voor de trein tussen 2005 en 2016 hoger gestegen dan de gemiddelde prijsstijging die het CBS heeft geregistreerd in die periode. Maar daarbij erkent het KiM dat hierbij geen rekening is gehouden met de komst van nieuwe kaartsoorten. Het is mogelijk dat reizigers de stijging van de tarieven minder hebben gevoeld omdat zij zijn uitgeweken naar goedkopere kaartsoorten.

Dit gevolg van de prijs is overigens niet alleen op te merken bij het treingebruik. KiM heeft ook schattingen gemaakt voor de effecten van verschillende elementen op het gebruik van bus, tram en metro. Het CBS-prijsindexcijfer voor personenvervoer per bus, tram en metro is in 2014 gestegen met 20 procent bovenop de inflatie ten opzichte van 2004. Hierdoor is de omvang van gebruik van deze modaliteiten gedaald met 8,5 procent.

Brandstofprijs

Ook hier heeft de brandstofprijs of drukte op de weg nauwelijks wel effect. Wel merken deze modaliteiten meer van de populariteit van de auto. Hoewel het autobezit in de onderzoeksperiode fors is toegenomen, zorgt dat nauwelijks voor minder gebruik van de auto. Dit zorgt echter wel degelijk voor ruim 2 procent minder bus-, tram- en metrogebruik.

Het KiM heeft voor deze analyse een nieuwe methodiek gebruikt, waarbij bijvoorbeeld gekeken is naar bevolkingsgroei, de inkomensontwikkeling, de OV-frequentie, voertuigverliesuren, gegeneraliseerde treinreistijd, treinkosten en kosten voor bus, tram en metro.

Hoewel de prijs van een kaartje de groei van het aantal reizigerskilometers heeft gematigd, blijkt dat de brandstofprijs geen enkel effect heeft op het gebruik van de trein. Verder heeft ook drukte op de weg heel weinig gevolgen voor het aantal mensen dat ervoor kiest om per spoor naar zijn bestemming te reizen.

Auteur: Inge Jacobs

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.