Langere treinen op traject Nijmegen-Schiphol in 2019

NS realiseert in het najaar van 2019 200 extra zitplaatsen per trein op het traject tussen Nijmegen en Schiphol. Dit komt omdat er door een aanpassing op station Nijmegen langere treinen kunnen rijden, namelijk treinen van twaalf rijtuigen. Nu zijn dat er nog tien en heeft een trein 1000 zitplaatsen. Dat laat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat weten.

Het spoor tussen Amsterdam en Utrecht is een van de drukste bereden sporen in Nederland en het aantal reizigers op dit traject neemt alleen maar toe. In de huidige situatie kan er op het traject tussen Schiphol en Nijmegen – waar de stations Amsterdam-Zuid en Utrecht onderdeel van uitmaken – alleen met treinen van tien rijtuigen worden gereden.

Aanpassing station

Op verzoek van staatssecretaris Stientje Van Veldhoven van Infrastructuur en Waterstaat en de provincie Gelderland vervroegt ProRail de aanpassing op station Nijmegen met drie jaar. Door deze aanpassing kan NS straks met treinen van twaalf rijtuigen lang rijden. Daardoor neemt het aantal zitplekken toe met 200 plekken ten opzichte van de 1000 plekken nu.

“Het aantal treinreizigers groeit hard,” zegt de staatssecretaris. “De trein is dus voor steeds meer mensen aantrekkelijk, maar we moeten er alles aan doen om dit zo te houden. Want staan in de trein doet iedereen natuurlijk het liefst zo min mogelijk. Met NS en ProRail zijn we hard bezig om de komende jaren meer treinen per uur te laten rijden op alle drukke stukken spoor. Maar door langere treinen in te zetten, kunnen we ook voordat al die treinen rijden al iets betekenen voor reizigers die nu te maken hebben met drukte.”

Programma Hoogfrequent Spoor

Deze aanpassing aan station Nijmegen is onderdeel van Programma Hoogfrequent Spoor (PHS). Hierdoor kunnen op het traject tussen Schiphol en Nijmegen extra treinen per uur gaan rijden. Dit omvat ook de aanleg van een extra perron, het doortrekken van een perrontunnel en een uitbreiding van het aantal opstelplekken. De plannen hiervoor worden nu uitgewerkt. De werkzaamheden vinden plaats tussen 2022 en 2026. Het ministerie heeft hier 135 miljoen euro voor beschikbaar gesteld.