Zeeland wil snellere treinverbinding naar de Randstad, Brabant en Vlaanderen
Onderzoek moet zo snel mogelijk, maar uiterlijk in 2030, uitwijzen of er twee keer per uur een rechtstreekse IC naar Amsterdam kan gaan rijden vanuit Zeeland. Dat schrijft speciaal adviseur Bernard Wientjes in zijn adviesrapport om Vlissingen en Zeeland te compenseren voor het intrekken van het Kabinetsbesluit om de Marinierskazerne te verplaatsen van Doorn naar Vlissingen.
Verder lezen?
U hebt het maximumaantal gratis artikelen bereikt voor deze maand. U kunt een abonnement nemen om verder te lezen.
Ik denk dat een eventuele Deltaspoorlijn meer kans van slagen heeft, maar de verbinding zou dan van Vlissingen / Middelburg naar Goes over bestaan spoor moeten gaan, dan via een nieuwe lijn van Goes via Zierikzee, Oude Tonge en Oud- Beyerland naar een aansluiting op station Barendrecht door naar Rotterdam.
Wat ook een optie is, en volgens Spoorvisie 2040 zal gaan gebeuren: is een IC-direct te realiseren van Vlissingen naar Amsterdam te realiseren, die tot Roosendaal alleen in Middelburg, Goes en Bergen op Zoom stopt, na Roosendaal bij Lage Zwaluwe over een nieuwe aftakking opnde HSL verder naar Rotterdam, Schiphol en Amsterdam. De trein zou dan i.p.v de hedendaagse 3 uur, slechts 1.5 uur tot 1.75 uur over de reis moeten doen. Ondanks dat nog altijd over die grote omweg is, is het wel veel sneller.
Vlissingen – Rotterdam C is 1.47 uur; Leeuwarden – Rotterdam C is 2.39 uur; Maastricht – Rotterdam C is 2.15 uur; Enschede – Rotterdam C. 2.24 uur. Waar hebben de Zeeuwen het over.
Het reistijdverschil van 40 minuten met de auto neem je niet weg door een paar stations over te slaan. Zelfs als je nergens zou stoppen tussen Vs en Rtd is de auto nog sneller. De trein maakt nu eenmaal een enorme omweg. Ten tijde van de Deltawerken waren er plannen voor een Deltaspoorweg tussen Schiedam en België via Spijkenisse, Middelharnis, Zierikzee, Goes en Terneuzen. Maar Nederland is er altijd al heel goed in geweest om nieuwe spoorlijnen vooral NIET aan te leggen. Kapotrekenen heet dat