Opluchting in provinciehuizen door extra miljoenen voor openbaar vervoer
De provincies zijn verheugd en opgelucht over het besluit van de Tweede Kamer om miljoenen euro’s te investeren om prijsstijgingen in het openbaar vervoer volgend jaar te voorkomen. Het Interprovinciaal Overleg (IPO), de koepelorganisatie van de provincies, beschouwt dit als een belangrijke eerste stap om de openbaarvervoerssector weer op het juiste spoor te krijgen.
Tegelijkertijd kijken de provincies met bezorgdheid uit naar de herberekening van de vergoeding voor de ov-studentenjaarkaart in november. Door lagere studentenaantallen dreigt dat volgens de brancheorganisatie voor ov-bedrijven OV-NL een strop van 260 miljoen te worden voor vervoerders. “Dat moet echt voorkomen worden”, vindt het IPO.
Bovendien hopen de provincies dat een nieuw kabinet het openbaar vervoer nieuw leven inblaast, onder andere door de afschaffing van de btw op vervoersbewijzen.
Gedeputeerde Frederik Zevenbergen (vervoer) van Zuid-Holland beschouwt de extra financiering die volgend jaar beschikbaar komt als een “veelbelovend begin van het herstel van het openbaar vervoer”. Hij benadrukt dat dit geld dringend nodig is om de dienstverlening aan reizigers op het gewenste niveau te handhaven. Hij voegt eraan toe dat hoewel dit een goede start is, er gehoopt wordt op structurele steun voor de jaren na 2024.
Structureel
Een voorstel van ChristenUnie-leider Mirjam Bikker om 420 miljoen euro toe te wijzen om hogere ov-prijzen te voorkomen, kreeg steun van diverse politieke partijen, waaronder GroenLinks-PvdA, CDA, D66, Volt, SGP, SP, VVD, BBB en PVV. Het grootste deel van dit bedrag (300 miljoen euro) zal worden besteed aan het regionaal openbaar vervoer, niet alleen om de verwachte prijsstijgingen af te wenden, maar ook om de beschikbaarheid van bijvoorbeeld streekbussen “structureel te verbeteren”. De resterende 120 miljoen euro zal worden ingezet om te voorkomen dat de NS de prijzen van treinkaartjes moet verhogen.
Lees ook:
