Lessen van open toegang spoor in het buitenland

NS-trein en Arriva-trein op Groningen
Foto: Inge

De Europese Commissie verwacht dat de openstelling van binnenlandse spoormarkten zorgt voor extra aanbod, hogere kwaliteit en een betere efficiëntie. Verschillende landen lopen al voor op dit deel van het Vierde Spoorpakket en hebben hun binnenlandse spoormarkt deels of volledig opengesteld. Dit heeft in sommige gevallen geleid tot lagere prijzen en een hoger aanbod, maar er bestaan ook aanzienlijke risico’s. Nieuwe toetreders kunnen namelijk net zo gemakkelijk de spoormarkt weer verlaten en het netwerk kan minder samenhang gaan vertonen. 

Dat blijkt uit onderzoek dat het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat heeft laten uitvoeren naar de ervaringen met open toegang op het spoor in het buitenland. Dit creëert de mogelijkheid voor spoorvervoerders om spoorvervoer op binnenlandse diensten aan te bieden, zonder concessie. Wel moet de ACM daar een toets op uitvoeren. Minister Stientje van Veldhoven beraadt zich op het besluit over marktordening op het Nederlandse spoor na afloop van de HRN-concessie aan NS en ze wil informatie over de kansen en bedreigingen van open toegang ook meenemen.

Buitenland

In een quickscan is daarom bekeken hoe deze ontwikkeling op het spoor heeft uitgepakt in Duitsland, Oostenrijk, Italië, Groot-Brittannië, Tsjechië, Slowakije en Zweden. In deze landen zijn in totaal nu tien zogenaamde opentoegangvervoerders actief en volgens die partijen is toetreding allesbehalve gemakkelijk. Ze krijgen door beperkte capaciteit bijvoorbeeld geen aantrekkelijke vertrektijden of worden niet opgenomen in reisplanners en kanalen om tickets te verkopen.

De quickscan heeft zowel voor- als nadelen van meer liberalisering in het spoor opgeleverd. De ervaringen verschillen echter per land. Daarom waarschuwen de onderzoekers dat de ervaringen uit het buitenland zeker niet één op één toepasbaar zijn in Nederland. Het Nederlandse spoor is één van de drukste ter wereld. Juist omdat het verdelen van capaciteit een uitdaging is, ligt hier een potentiële extra hindernis voor open toegang in Nederland. Tegenstanders van open toegang in Nederland wijzen daar al langer op.

Reiziger

Staatssecretaris Stientje van Veldhoven van IenW heeft altijd benadrukt dat het belang van de reiziger voorop staat. In het buitenland blijkt dat open toegang vaak inderdaad spoorvervoer op bepaalde aspecten heeft verbeterd. Ticketprijzen worden vaak goedkoper, waarbij minder aantrekkelijke reistijden vaak een aantrekkelijker tarief hebben dan spitstijden. Tegelijkertijd bieden nieuwe aanbieders vaak extra services en verbeteren het aanbod en de frequenties. Bovendien biedt het kansen voor een betere concessiegrensoverschrijdende treinreis.

Er moeten ook nadelen in ogenschouw genomen worden. Zo kunnen nieuwe vervoerders net zo gemakkelijk hun treindienst weer laten verdwijnen als die geen succes is. Het onderzoek van IenW wijst uit dat de meeste opentoegangvervoerders zelfs jaren na toetreding nog niet quitte spelen. Sommige aanbieders hebben dit verlies geaccepteerd, maar andere partijen hebben de markt alweer verlaten.

Tegelijkertijd kan open toegang zorgen voor minder samenhang van een netwerk. Dienstregelingen en overstaptijden worden naar verwachting minder goed op elkaar afgestemd dan wanneer één vervoerder verantwoordelijk is voor al het spoorvervoer. Bovendien bestaat in potentie een risico op meer overlast bij verstoringen wanneer meerdere vervoerders op het netwerk opereren, al kunnen de onderzoekers dit niet bevestigen of ontkennen op basis van ervaringen in het buitenland.

Programma Hoogfrequent Spoor

In een begeleidende brief aan de Tweede Kamer laat staatssecretaris Stientje van Veldhoven weten dat ze bij een besluit het belang van de reiziger én de belastingbetaler leidend laat zijn. Verder moet de spoorordening passen bij de huidige plannen voor het Rijk, zoals het Programma hoogfrequent Spoor (PHS) en het Toekomstbeeld OV. Deze ontwikkelingen sluiten open toegang uiteraard niet uit, maar de spoorcapaciteit in Nederland is al schaars. De staatssecretaris wil daarom de huidige regels voor capaciteitsverdeling onder de loep nemen.

Het is voor de ambtsvrouw met name belangrijk dat het netwerk betrouwbaar en samenhangend is dat reizigers actuele reisinformatie ontvangen en gemakkelijk kunnen afrekenen. “Daar waar kansen zijn om reizigers te laten profiteren van open toegang, wil ik die kansen graag benutten”, schrijft ze. “Maar ik wil ook onbedoelde nadelige effecten voor de reiziger en belastingbetaler voorkomen.”

Inkomsten

Die belastingbetaler kan getroffen worden, omdat concessiehouders bij open toegang de markt moeten delen met nieuwe toetreders en daardoor minder reizigers kunnen vervoeren. Dit kan ertoe leiden dat opdrachtgevers een hogere vergoeding moeten betalen aan de vervoerder of juist een minder hoge vergoeding ontvangen en dus minder inkomsten hebben. De politica belooft de mogelijkheid voor een compenserende heffing onder de loep te nemen.

Overigens is Van Veldhoven duidelijk dat ze kansen ziet voor open toegang voor het internationale spoorvervoer. Ze ziet de Eurostar als een voorbeeld van het succes van zulke verbindingen en benadrukt hoe dit kan bijdragen aan meer snel en comfortabel spoorvervoer tussen verschillende landen. In het voorjaar neemt de staatssecretaris een besluit over de spoorordening in Nederland.

Lees ook:

Wetsvoorstel Vierde Spoorpakket aangenomen

Auteur: Inge Jacobs

5 reacties op “Lessen van open toegang spoor in het buitenland”

Rolf Fabrie|26.06.20|15:39

@Pat Rick
NS is veel te duur voor de regionale lijnen buiten de Randstad.

Rolf Fabrie|26.06.20|15:38

@Wiebe Goosen
En waarom moet die ene speler perse die onzinnig dure NS zijn?

Pat Rick|08.01.20|16:53

Willen we meer mensen ook internationaal met de trein laten reizen ipv met het vliegtuig, dan is juist meer en diepere integratie nodig op het spoor. Evt weer alle personenvervoer in 1 spoorbedrijf stoppen. De Belgen zouden de drielandentrein waarschijnlijk niet hebben tegengehouden (op hun traject) als deze door NS werd gereden. Waarschijnlijk zou herbouw van de Friesenbruecke ook niet 10 jaar duren als de NS hier zou hebben gereden. In ieder geval zou er meer druk zijn voor heropening

Pat Rick|08.01.20|16:49

Versplintering is een middel om de macht van de spoorbonden te breken en spoorwegpersoneel mindere arbeidsvoorwaarden te geven.

Je moet het OV aansturen zoals men dat doet bij de drinkwaterbedrijven. Deze zijn niet commercieel, maar leveren toch een topproduct tegen lage kosten. Ze hebben hier ook andere KPIs, die meer zijn gericht op leren en verbeteren.

Wiebe Goossen|07.01.20|13:01

Ik ben bang voor versplintering van ons treinvervoer. Zolang particulieren een zuiver regionaal net bedienen gaat dat nog prima, maar op het ‘grote’ net moet de regie in handen blijven van één ‘speler’, in ons geval dus NS en Prorail. Gaat het om internationaal vervoer, dan is iedereen welkom op voorwaarde dat met NS wordt samengewerkt! Dus géén experimenten met ‘marktwerking’ meer, die hebben hun langste tijd wel gehad!