Treinen van NS en Keolis in op station

ACM beoordeelt impact nieuwe treindiensten op concessies

Treinen van Keolis rijden tijdens de stakingen niet, treinen van NS wel. Foto: ProMedia

Vervoerders mogen vanaf volgend jaar ook zonder concessie spoordiensten aanbieden op het Nederlandse spoor. Dit kan de winstgevendheid van bestaande concessies in gevaar brengen. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) zal daarom voor elke nieuwe dienst beoordelen in hoeverre die het economische evenwicht van een lopende concessie bedreigt. De mededingingsautoriteit heeft de methodiek voor die toets vastgesteld.

Zogenaamde opentoegangvervoerders mogen vanaf 2021 zonder concessie spoorverbindingen exploiteren op de binnenlandse, regionale lijnen en dat geldt vier jaar later voor het hele spoornetwerk in Nederland. Die open toegang op het spoor is een gevolg van Europese regelgeving. Maar de Nederlandse overheid heeft daar wel voorwaarden aan verbonden. Het lijkt namelijk een reëel risico dat de omzet van een concessiehouder afneemt, als er overlap is tussen een nieuwe passagiersdienst en de concessie.

Minder reizigers

Uiteindelijk kan dit resulteren in een forse daling van de winstgevendheid van een concessie, bijvoorbeeld omdat een nieuwe treindienst een aanzienlijk aantal reizigers kan ‘afsnoepen’ bij de originele vervoerder. Door ACM vooraf een check te laten uitvoeren naar mogelijke negatieve gevolgen, hoopt de overheid dit te voorkomen. Want één voorwaarde is dat een nieuwe dienst het economische evenwicht van concessies niet in gevaar mag brengen.

ACM heeft deze week de methodiek gepubliceerd die het zal hanteren om te bepalen of een nieuwe vervoerder toegang krijgt tot de Nederlandse spoorinfrastructuur. In de methodiek is vastgesteld dat dit evenwicht in gevaar komt als een nieuwe passagiersdienst in ieder geval een aanzienlijke negatieve impact heeft op de rentabiliteit voor de concessiehouder of de nettokosten voor de concessieverlener. Bovendien benadrukt de waakhond dat de  vastgestelde methodiek meer duidelijkheid biedt aan concessiehouders, concessieverleners en aanbieders van nieuwe treindiensten.

Rendement

De toets van de toezichthouder richt zich met name op het interne rendement van bestaande concessies. Wanneer een vervoerder tot 0,2 procent van het interne rendement verliest door de komst van een opentoegangvervoerder, beschouwt ACM dat als niet aanzienlijk. Een verlies van meer dan 1 procent is juist in de regel altijd aanzienlijk. Bij een verlies tussen de 0,2 en 1 procent zal de waakhond de gevolgen beoordelen in de context van dat specifieke getal.

Bovendien wordt gekeken naar de economische levensvatbaarheid van de concessie. Blijft het exploiteren van de concessie wel haalbaar als er een extra partij op het spoor wordt toegelaten die een concurrerende dienst gaat aanbieden? Voor elke nieuwe dienst is het een vereiste dat een bestaande concessie niet in gevaar wordt gebracht en ACM kan het verzoek dus afwijzen als de gevolgen van een extra spoorverbinding negatief uitpakt op één van of allebei deze voorwaarden.

Reiziger

De mededingingswaakhond zal in de analyse ook de gevolgen voor de nettokosten van de concessieverlener, dus de vervoersautoriteit, en de nettovoordelen voor de reiziger meerekenen. Verder kijkt het naar de effecten van open toegang op de kwaliteit van de spoorvervoersdiensten en het effect op de dienstregeling. De ACM schrijft hoe een extra treinverbinding kan zorgen voor een beter vervoersaanbod, een lagere prijs, een kortere reistijd of meer comfort.

Om dit te bepalen vraagt ACM informatie over de verwachte inkomsten van passagiers en de mate waarin de nieuwe speler verwacht dat zijn nieuwe dienst zorgt voor minder inkomsten voor de concessiehouder en concessieverlener. Daarnaast vraagt het ook aan de concessiehouder wat hij verwacht voor zijn interne rendement, mag de concessieverlener vertellen wat dit hoogstwaarschijnlijk voor impact heeft op de nettokosten en wordt de infrabeheerder betrokken.

Uiteindelijk beoordeelt de autoriteit of het economische evenwicht van een bestaande concessie wel of niet in gevaar komt door de nieuwe dienst. ACM heeft de mogelijkheid te concluderen dat de concessie niet in gevaar komt, zolang wordt voldaan aan bepaalde voorwaarden. Er wordt nog niet precies gespecificeerd om wat voor voorwaarden het gaat, maar ACM denkt bijvoorbeeld aan een lagere frequentie of een periodieke betaling van de nieuwe toetreder aan de concessieverlener of de concessiehouder. Het doel van die voorwaarden is om toegang tot de infrastructuur toch mogelijk te maken.

Lees ook:

Lessen van open toegang spoor in het buitenland

Auteur: Inge Jacobs

5 reacties op “ACM beoordeelt impact nieuwe treindiensten op concessies”

Pat Rick|13.01.20|16:40

We hebben bij de post gezien dat dit niet werkt. Alternatieve aanbieders gingen achter de lucratieve postdeals aan, waardoor PostNL minder volume kreeg en minder vaak ging bezorgen. Zo werd dit bedrijf bijna om zeep geholpen.

Nu gaat Flix dus treinen rijden op de meest lucratieve trajecten/tijden (in de spits) en moeten huidige vervoerders plaats maken waardoor overstapmogelijkheden met die vervoerders in het nauw komen en hun service ook achteruit gaat. Men moet juist naar meer integratie!

Gerjan van Oosten|14.01.20|11:08

Ik zeg het nog maar weer een keer. Marktwerking hoort niet thuis in het OV, de zorg, het onderwijs en vele andere disciplines. Het zorgt ervoor dat alleen dat wat rendabel is wordt gedaan, niet dat wat nodig is.

Paul Verbuijs|14.01.20|11:58

Vorige week nog een alarmerend bericht dat het spoor overvol is en geen uitbreiding in het huidige systeem mogelijk is, komen zelfs meerdere kapers op de kust. Ik denk een veel onveiliger spoornet en ongelukken ze leren het nooit.

Derk Van Dorth|14.01.20|12:32

Marktwerking hoort niet thuis in het OV, de zorg, energie, water, onderwijs en post. Het zorgt ervoor dat alleen dat wat rendabel is wordt gedaan, niet dat wat nodig is. Het spoor is vol tot overvol en uitbreiding in het huidige systeem is zeer kostbaar. Kapers op de kust veroorzaken inefficiëntie door versnijdingsverliezen, meer onveilige situaties en moeilijker afstemming bij geplande en ongeplande verstoringen.

Wiebe Goossen|14.01.20|14:09

Er zijn nogal wat ‘Europese richtlijnen’ die voor meer ellende zorgen dan dat zij bijdragen aan het soepel verlopen van de maatschappij en de richtlijnen betreffende het openbaar vervoer zijn daar een duidelijk voorbeeld van! Deze regels smoren de efficiëntie meer dan dat zij die bevorderen!

Reageer ook

Nog maximaal tekens

Log in via een van de volgende social media partners om je reactie achter te laten.

ACM beoordeelt impact nieuwe treindiensten op concessies | OVPro.nl