Aanbesteding concessie IJssel-Vecht gestart

Kleinere bus, Arriva, Lelystad
Arriva schrapt opnieuw busritten in Lelystad. Foto: Arriva

De provincies Flevoland, Gelderland en Overijssel hebben donderdag de concessie IJssel-Vecht op de markt gebracht. Vervoerders kunnen tot 5 juni een bod doen op deze concessie. Daarbij moeten vervoerders er rekening mee houden dat de concessie pas eind 2023 zijn uiteindelijke vorm zal hebben. Het is voor het eerst dat drie provincies samen één OV-concessie aanbesteden.

Het is de bedoeling dat begin september bekend is welke vervoerder het busvervoer mag gaan uitvoeren van december 2020 tot december 2030. Het zal dan in eerste instantie alleen gaan om het vervoer busvervoer in de gemeenten Dalfsen, Deventer, Hardenberg, Olst-Wijhe, Ommen, Raalte, Staphorst, Zwolle, Apeldoorn, Barneveld, Brummen, Ede, Elburg, Epe, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten, Voorst, Wageningen en de wijk Zutphen-De Hoven.

De concessie Lelystad stroomt in september 2021 in en IJsselmond in december 2023. Dit komt omdat die deelgebieden nu nog onder andere concessies vallen die in 2020 nog niet zijn afgelopen. Door de concessies gefaseerd aan te passen, zullen alle concessies in de drie provincies in de komende jaren worden teruggebracht van zeven naar drie stuks.

Lijnindeling

Bijzonder aan deze concessie is de manier waarop de verschillende lijnen zijn gecategoriseerd. Er is speciaal onderscheid gemaakt tussen A-, B- en C-lijnen, waarbij de C-lijnen volgens de concessieverleners niet optimaal voldoen aan de vraag. Het is daarom maar de vraag of die lijnen de komende tien jaar nog aangeboden hoeven te worden. Een nieuwe vervoerder krijgt dus alle ruimte om die lijnen te ‘doorontwikkelen’.

“De reden voor deze driedeling is de flexibiliteit die de concessieverleners zoeken om tijdens de looptijd van de Concessie IJssel-Vecht het OV-netwerk aan te kunnen passen aan gewijzigde vervoerbehoeften”, aldus het Programma van Eisen. Daarbij wordt tegelijkertijd gezocht voor zekerheden aan reizigers, de concessiehouder en gemeenten over de opzet en omvang van het toekomstige OV-netwerk.

Op die lijncategorisering kwam vorig jaar nog veel kritiek, onder andere van de ROCOVs in de drie provincies. Ze vonden de minimumeisen te laag en vroegen daarom om meer duidelijkheid, om in ieder geval een acceptabel voorzieningenniveau te behouden. De provincies laten weten dat ze die zorgen ter harte hebben genomen en dat ze het Programma van Eisen en het gunningsmodel hebben aangepast.

Emissieloos vervoer

De drie oostelijke provincies geven ook speciale aandacht aan de verduurzaming van het openbaar vervoer. Een nieuwe vervoerder moet de belangrijke buslijnen van de stadsdiensten Zwolle en Apeldoorn meteen vanaf december 2020 volledig zero-emissie rijden en in Lelystad geldt hetzelfde, als die gemeente in 2021 instroomt. In 2025 moeten alle nieuw ingestroomde bussen milieuvriendelijk zijn.

Bovendien staat in het Programma van Eisen beschreven dat een vervoerder moet meewerken aan pilots/initiatieven, waaronder de kandidaatstelling voor de aanschaf van waterstofbussen, van de provincies op het gebied van duurzaamheid.

Lees ook:

Auteur: Inge Jacobs

Reageren op dit artikel is niet mogelijk.